‘Besproei de planten, niet het onkruid’, is de titel van een boekje dat niet over tuinieren gaat, maar over communicatie. De bedoeling daarvan is: werk niet probleemgericht (het onkruid), maar oplossingsgericht (de planten). Het is geschreven door de Canadees Fletcher Peacock en in 2002 in het Nederlands verschenen. Ik kreeg het onlangs onder ogen.
Als ik een paar slagzinnen noem, krijg je misschien de kriebels: al weer zo’n opgefokt boek over positief denken. Luister maar: door minder te doen kunnen we meer bereiken; er is niet slechts één oplossing, er zijn er duizenden; problemen bestaan niet, alleen kansen; mislukkingen bestaan niet, alleen lessen; dit moment is perfect.
Toch blijkt het om iets anders dan opgefokt positief denken te gaan. Het heeft te maken met de manier waarop je met mensen samenwerkt. Dat is van belang in de hulpverlening, in het gezin, in het onderwijs en in het bedrijfsleven. Centraal staat een soortgelijke onvergetelijke zin: verzet bestaat niet, alleen samenwerking. Daarbij geldt dat er drie stijlen van samenwerking zijn: die van de klager, die van de bezoeker en die van de klant.
De klager is iemand die beseft dat hij een probleem heeft, maar die zich niet bij machte voelt er iets aan te doen. Aan klagers kun je de uitzonderingsvraag stellen: zijn er momenten waarop het iets minder slecht gaat? Die uitzonderingen kun je uitvergroten.
De bezoeker is iemand die zelf geen probleem heeft, zoals de werkzoekende die verplicht solliciteert om geen uitkering te verliezen, de scholier die wegens wangedrag naar de afdelingsleider wordt gestuurd. Werk of goed gedrag laat hem koud. Maar hij werkt samen zodra hij merkt dat de ander aandacht voor hem heeft.
De klant is de persoon die echt wil werken aan de verbetering van de situatie.
Om te kunnen volhouden dat er geen verzet bestaat, moet je ook de volgende stelregel in acht nemen: probeer niemand te overtuigen van je eigen oplossing. Iedereen heeft zijn eigen oplossing van een probleem. Belangrijker is het de goede vragen te stellen. Laat die ander dan maar ontdekken wat voor hem of haar de beste oplossing is. Leid een vreemd paard voorzichtig, zodat het zelf de weg vindt naar de stal, maar ga er niet aan duwen en trekken.
Eén van de technieken om oplossingsgericht bezig te zijn is de volgende. Stel je voor: hoe zou je leven er uit zien als het beter zou gaan? Vervolgens stel je de vraag: wat zou je nu kunnen doen om een klein beetje naar dat ideaal toe te werken?
Of: hoe schat je op een schaal van 0 tot 10 in dat de toestand nu is? Wat zou er moeten gebeuren om dat cijfer een halve punt (of een tiende punt) omhoog te krijgen?
Is deze methode in alle gevallen bruikbaar? Ik vermoed dat je er soms niet onderuit komt een zorgvuldige analyse van het probleem te maken. Maar als levenshouding is de oplossingsgerichte benadering toch waardevol.
Wellicht kunnen we haar toepassen op het koninkrijk van God.
Wat is de ideale situatie waar we naar toe willen? Dat is Christus’ zichtbare heerschappij in vrede en gerechtigheid. Welk eerste stapje kunnen we zetten daar naar toe? Laat ieder zijn of haar antwoord bedenken dat op één lijn ligt met de ideale situatie.
Wat is de situatie waar we nu in zitten? Individualisme, eigenbelang en materialisme geven vaak de doorslag. Hoe kunnen we een stapje zetten om de situatie te verbeteren? Vult u maar in.
Moeten wíj het dan doen? God schakelt ons in. De kracht komt van Hem.