Orgaandonatie

Mijn collega in Noordscheschut, Peter van Dolderen, heeft er onlangs een pleidooi voor gehouden in een speciale dienst: orgaandonatie. ‘Lees maar in de Bijbel. Jezus heeft zijn lichaam voor mij gegeven. Zou het dan niet bij mij passen als ik anderen wil dienen met mijn lichaam?’ (ND van 27 maart)
Zelf heb ik er jaren geleden als toenmalig predikant van Hoogeveen in dezelfde geest over gepreekt. Inmiddels ben ik er wat voorzichtiger mee geworden. Dat heeft een aantal redenen.

In de eerste plaats is mij nog niet helemaal duidelijk wanneer men kan zeggen dat iemand dood is. Voor orgaandonatie is van belang dat de dood is vastgesteld, maar dat kunstmatig de bloedsomloop en de ademhaling in stand worden gehouden en de lichaamstemperatuur op peil blijft. Criterium voor het vaststellen van de dood is het ontbreken van iedere hersenactiviteit, op de monitor zichtbaar gemaakt door een horizontale streep. Iemand heet dan klinisch dood.
In de publicaties van cardioloog Pim van Lommel wordt echter melding gemaakt van bijna-doodervaringen bij patiënten die klinisch dood waren en door reanimatie weer teruggekeerd zijn in het leven en hun bijzondere ervaringen konden navertellen. Klinisch dood is kennelijk niet onomkeerbaar dood.
Voordat ik van harte mijn steun aan orgaandonatie geef, zou ik over het moment van sterven meer duidelijkheid willen hebben. Waarom worden we daarover niet helder voorgelicht?

In de tweede plaats heb ik moeite met de verstoring van het rouwproces van de nabestaanden. In een normale situatie wordt er een medische beslissing genomen dat verder behandelen geen zin heeft. Infusen en drains worden afgekoppeld, elektrodes verwijderd. De patiënt kan als mens de laatste adem uitblazen en is niet langer verlengstuk van de machines. De familie kan in alle rust het moment van heengaan afwachten en afscheid nemen.
Indien echter het lichaam interessant is vanwege de beschikbaar komende
organen, wordt op een gegeven moment aan de familie gelegenheid gegeven om afscheid te nemen, terwijl het lichaam nog aan alle toeters en bellen ligt. Achter de deur staat het medische personeel al te popelen om het lichaam af te voeren, omdat de organen dringend gewenst zijn. Voor de familie kan dat veel verwarring geven, die een waardig afscheid in de weg staat.

Er is nog een factor van een andere orde in het geding. In onze maatschappij worden kosten noch moeiten gespaard om de medische wetenschap verder te specialiseren en en de gemiddelde leeftijd nog verder omhoog te brengen. Dat heeft te maken met fixatie op het hier en nu. De status van specialistische artsen is in onze samenleving erg hoog, omdat leven en gezondheid zo ongeveer de hoogste waarde vertegenwoordigen. Zij zijn wat de geestelijken vroeger waren: de hoeders van het hoogste welzijn. De financiële offers die dat vergt, worden steeds groter, en we zijn nog steeds bereid die offers te brengen. Komt er niet een punt waarop we als christenen een andere afweging zouden moeten maken? Voor ons is het aardse leven niet het een en het al, wij zijn onderweg naar het toekomstige leven in heerlijkheid. Daarbij past dat de voorbereiding op het eeuwige leven een hogere prioriteit heeft dan de structurele verlenging van het huidige leven. Met het oog op die toekomst heeft Jezus zijn lichaam voor ons gegeven.

Deze factor wordt nog versterkt door het feit dat de medische zorg in deze wereld oneerlijk is verdeeld. Vele kinderlevens zouden kunnen worden gered met eenvoudige medische voorzieningen die niet meer kosten dan 50 cent per kind. Waar zijn we mee bezig, wanneer we hun de noodzakelijke basisvoorzieningen onthouden, en tegelijkertijd vermogens willen investeren in steeds ingewikkelder behandelingen om ons eigen leven te verlengen?

Intussen zie ik wel onder ogen dat als ik zelf een orgaan nodig zou hebben om in leven te kunnen blijven, ik naar een donor zou verlangen. Aan de andere kant, als ik besluit om mezelf (nog) niet als potentiële donor aan te melden, vind ik dat ik een ander die dat wel heeft gedaan voor zou moeten laten gaan.
In ieder geval is de periode van gezondheid de beste tijd voor de bezinning op orgaandonatie. Laten we daarbij deze praktijk van alle kanten belichten.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.