Onlangs vroeg de preekvoorzienster van mijn gemeente mij vóór 1 april 2008 mijn vrije zondagen voor 2009 op te geven. Een aantal jaren geleden was de datum 1 september. Dat werd 1 juni, en nu is het 1 april. Dit was niet bedoeld als grap.
Zo’n verzoek roept bij mij bezwaar op. De preekvoorzienster weet dat, maar voelt zich met de rug tegen de muur staan. Collega-predikanten blijken steeds vroeger hun preekafspraken voor het volgende jaar te maken. De vrije predikers gaan daarin – globaal gesproken – voorop. Dat zijn de emeriti (gepensioneerden), de hoogleraren en predikanten in bijzondere dienst, die niet gebonden zijn aan een eigen gemeente. Of zijn het de preekvoorzieners van vacante gemeenten die de stuwende kracht achter deze ontwikkeling vormen? Zij hangen zo vroeg mogelijk aan de telefoon, allerleerst bij de laatstgenoemde categorie, om een zo groot mogelijke kans op succes te hebben. Als de zuster die zo trouw de preekvoorziening voor onze gemeente regelt in die trend niet meegaat, vist zij in veel gevallen achter het net.
Bij dit opmerkelijke verschijnsel van steeds vroegere preekafspraken wil ik enkele kritische kanttekeningen maken.
In de eerste plaats is het volstrekt onnodig. Wat heeft het voor zin dat nu al voor 2009 vast ligt wie wanneer voorgaat in de diensten en, vanuit de predikanten bekeken, waar iemand op welke zondag heen moet?
In de tweede plaats is het niet werkbaar. Als ik nu al mijn vakantie voor 2009 moet opgeven, zal ik dat moeten afstemmen op het werk van mijn vrouw in de uitvaart. Ik zie dat voor me. Zij gaat naar haar baas met het verzoek haar vakantie voor 2009 vast te leggen. Hij kijkt haar ongelovig aan. Waar heb je het over? Het eerste kwartaal van 2008 is nog niet eens voorbij. Het duurt nog meer dan drie maanden voordat de vóórgaande zomervakantie begint! Zo zijn er nog meer zaken die moeten worden afgestemd, bijvoorbeeld met de omstandigheden van de kinderen. Die kun je in de prille lente van het voorafgaande jaar toch niet meewegen?
In de derde plaats is het onhandig, om de vrije zondagen al zo lang van te voren vast te leggen. Vanwege de nauwe samenwerking met de Nederlands Gereformeerde kerk ter plaatse moeten de vrije zondagen geïntegreerd zijn in een gezamenlijk rooster voor de preekvoorziening en de bijzondere diensten. Bijna alle tweede diensten op zondag zijn namelijk gezamenlijk. Voor zo’n rooster is het eind maart 2008 echter nog veel te vroeg. Verder hoop ik (het is nog niet zeker) rond de zomer een nieuwe Nederlands Gereformeerde collega te hebben. Zou het niet elegant én praktisch zijn om, indien het zover komt, de keuze van de vrije zondagen op elkaar af te stemmen? Hoe langer van te voren de vrije zondagen worden vastgelegd, met hoe minder bijzonderheden je rekening kunt houden.
Het vierde kritiekpunt weegt voor mij het zwaarst. De gewoonte om zo lang van te voren preekafspraken te maken lijkt me moreel aanvechtbaar. Ik proef er iets van overmoed in en ik denk dat de brief van Jakobus over deze situatie iets te zeggen heeft. Jakobus waarschuwt ons voor al te lichtvaardig plannen maken, zonder rekening te houden met de verborgen plannen van God. Beroemd is het zogeheten ‘voorbehoud van Jakobus’: Indien de Heer wil, zullen wij leven en dit of dat doen (Jakobus 4: 15). Daar is ons ‘Deo volente’, afgekort als ‘D.V.’, van afgeleid. Dat betekent: ‘Als God wil’. Nu is het natuurlijk heel gemakkelijk om vóór al onze afspraken ‘D.V.’ te zetten, ook al maken we ze jaren vooruit, maar daarmee doen we aan de bedoeling van Jakobus geen recht.
Het gaat Jakobus om meer, namelijk om het besef van onze eigen vergankelijkheid en afhankelijkheid. Wij zijn mensen van de dag. Dat contrasteert hij met het plannen maken voor een heel jaar. Luister naar wat hij zegt in vers 13 en 14 uit hoofdstuk 4 van zijn brief: ‘Dan iets voor u die zegt: “Vandaag of morgen gaan wij naar die en die stad. Daar blijven we een jaar, we zullen er handeldrijven en geld verdienen.” U weet niet eens hoe uw leven er morgen uitziet. U bent immers maar een damp, die heel even verschijnt en dan al verdwijnt.’ Bij dit indringende besef van onze eigen nietigheid past schroom in het maken van plannen. Gaat dat samen met afspraken maken voor over bijna twee jaren, als daar geen enkele noodzaak toe bestaat?
Het voorbehoud van Jakobus is méér dan bedenken en memoreren dat ook God ermee moet instemmen. Het is een houding van bescheidenheid vanuit het bewustzijn dat niet wij over de tijd beschikken. Dan moeten we ook niet doen alsof dat wel zo is.
Ontkom je er dan aan om al langer van te voren je agenda met preekafspraken te vullen, als je graag het evangelie wilt verkondigen? Nee, mijn probleem betreft het onnodig vroeg agenda’s vullen. Om allerlei organisatorische redenen is het zeer wenselijk dat preekvoorzieners voor het komende jaar actie ondernemen, en ook dan onder het voorbehoud van Jakobus. Het laatste kwartaal van het voorafgaande jaar is daarvoor echter vroeg genoeg.
-
Categorieën
-
Archief