Psychologie en geloof

In een interview in EO-Visie vertelt Michelle van Dusseldorp hoe ze heeft ontdekt dat de combinatie van psychologie en geloof mensen kan bevrijden uit stresssituaties, verslavingen en criminaliteit. Ze heeft er een boek over geschreven. Kort gezegd: de psychologie zorgt voor de diagnose, het geloof zorgt voor de verlossing. Als iemand zich in het leven steeds terugtrekt uit de groep, kan dit teruggaan op onveiligheid in je kindertijd die ertoe leidde dat je jezelf terugtrok op jezelf. Via het geloof kan iemand leren zichzelf aan anderen te geven. De confrontatie met jezelf en je beperkingen kan heel moeilijk zijn. Daarom zet zij het woord ‘genade’ bovenaan. Uit kracht van die genade kan ons leven veranderen. Bij dit verhaal maak ik een paar kritische opmerkingen.

Mijn eerste kritische punt is, dat Michelle net doet alsof zij als eerste dit samengaan van psychologie en geloof heeft ‘ontdekt’. Dat is niet zo. In Amerika is een wetenschappelijk tijdschrift met de titel Journal of Psychology and Theology dat al 40 jaar de verhouding tussen psychologie en geloof doordenkt. Een verwant tijdschrift, Journal of Psychology and Christianity houdt zich al bijna 30 jaar met hetzelfde onderwerp bezig. En in Nederland hebben we al 23 jaar Psyche en Geloof.

Ook de manier waarop zij beide verbindt, is niet nieuw. Zij zegt: ‘Tijdens mijn trainingen onderzoeken we die verschillende delen in jezelf (oude gewoonten, gedrag in nieuwe situaties) en vragen we heel praktisch of Jezus daar bij wil komen.’ Een van de eersten die heel bekend is geworden met het vragen aan Jezus of Hij aanwezig wil zijn is Leanne Payne. Via imaginaties wordt dan een voorstelling gemaakt wat Jezus in bepaalde gevallen zou zeggen of doen. Zij heeft inmiddels veel navolging gevonden.

Mijn tweede punt is een vaagheid die ik in haar voorstelling van zaken meen waar te nemen. Haar recept is: ‘Durf conflicten aan, durf negatieve feedback aan te gaan en te leren van je fouten. Je hoeft zelf niet zo hard te werken, maar mag durven vertrouwen dat Hij met je aan de slag gaat.’ Tja, daar ligt nou net vaak het probleem. Durven heeft te maken met bevrijding van angst, maar de angst zit er vaak van jongs af in. Hoe krijg je die eruit? Krijgen we hier het simpele antwoord: als je maar voldoende gelooft, dan word je vanzelf beter? Dan wordt ziek zijn en het hebben van mentale problemen een aanwijzing dat je niet goed genoeg gelooft. Dat kan toch de oplossing niet zijn.

Hier hangt nog een volgend punt mee samen. Welke functie heeft hier het geloof in de trainingen? Wordt het tot een middel om je ontspannener te voelen? Of is het de weg waarin we leren aan God toegewijd te zijn? Die twee hoeven elkaar niet uit te sluiten, maar het zijn wel twee verschillende doelstellingen. De eerste, persoonlijk welbevinden, of leren omgaan met mentale belemmeringen, is de doelstelling van psychotherapie. De tweede, je leven aan God toewijden, is het oogmerk van pastorale zorg. Als we die twee vermengen, gaat er iets fout.

Als de relatie met God een middel wordt om jezelf beter te voelen, wordt God het middel en worden wijzelf het doel. Dat is een valkuil van veel psychotherapie die spiritualiteit benut als methode voor de versterking van iemands identiteit. Het allerbelangrijkste, de ultieme werkelijkheid van God, wordt in dienst gesteld van het daaraan ondergeschikte, dat wij ons prettig voelen. Dan haal je God naar beneden en zet je jezelf op de troon. Ik geef toe dat ik wat kort door de bocht ga, maar daar komt het toch wel op neer.

Wat dit punt betreft verwijs ik graag naar het nieuwe boek van Agneta Schreurs, Psychotherapie en spiritualiteit in de praktijk. Op bladzijde 196 schrijft zij: ‘In een therapeutische behandeling streef je gewoonlijk naar een ontwikkeling die leidt tot een zo goed mogelijk wegnemen of verlichten van, of leren omgaan met psychische klachten. in een spirituele ontwikkeling streef je er echter naar om je leven op een zo waarachtig en diep mogelijk niveau aan God te wijden. Waar het om gaat is dat je daar andere dingen voor moet beoefenen, zoals wachten, luisteren, overgave, afzien, je kruis op je nemen. Natuurlijk kan dat best leiden tot een hoger niveau van welbevinden en/of functioneren. Dat is dan echter een prettige bijkomstigheid, geen doelstelling die bereikt is.’ Dat is precies de spijker op de kop.

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , , , . Bookmark de permalink.