Gisteren liep de ramadan af. Een maand lang hebben moslims tussen zonsopgang en zonsondergang niet mogen eten of drinken. Dat is geen geringe opgave in de zomertijd. Daar kun je best respect voor opbrengen. Maar er zit ook een andere kant aan. Het betekent dat moslims hun activiteiten gaan verleggen van de dag naar de nacht. ’s Avonds wordt er gekookt, er wordt bezoek afgelegd en ontvangen en ’s morgens om vier uur is het alweer een drukte van belang voor het ontbijt. Iemand die ik goed ken en die een gehorig appartement bewoont, kon nachten aaneen niet slapen vanwege het gekletter van pannen, de onrust van stemmen en het slaan met de buitendeur beneden zich. Deze persoon heeft niets tegen moslims en probeert vooroordelen te vermijden, maar was ten einde raad. Wat te doen als een poging je benedenburen vriendelijk tot stilte te manen niet helpt?
Het ND van 9 juli verhaalde van een gebedskalender van de Stichting Evangelie & Moslims, en van het streven naar respectvolle relaties. Dat is in een situatie als de zojuist geschetste geen simpele opgave. De taak gaat zelfs nog verder. Jezus vraagt van ons dat wij onze vijanden liefhebben, laat staan buren die alleen maar geen rekening met ons houden. Hoe verbind je dat met een aangifte bij de politie? Die twee druisen tegen elkaar in: liefde en gebed verenigen, maar aangifte schept afstand. Toch is de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer te groot om de aangifte achterwege te laten. Het genoemde artikel over omgang met moslims heeft wel gelijk, maar het gaat me allemaal iets te gemakkelijk. Het zou in de kerken een punt van eerlijke bezinning en onderlinge bemoediging moeten zijn.
Hoe moet de politie daar trouwens mee omgaan? Kan die ermee volstaan een keer langs te komen in een poging de zaak te sussen? Dat heeft een kans van negen op de tien dat het weinig uithaalt. Moet ze de gemeenteverordening over de nachtelijke stilte handhaven en sancties toepassen, al dan niet in samenwerking met de woningbouwvereniging? Dan worden de zaken op scherp gezet en zijn wellicht de gevolgen groot.
Ook op het politieke niveau is deze problematiek van belang. De geschetste casus is namelijk niet puur incidenteel, maar heeft ook een structurele kant, zeker in een wijk waar veel moslims wonen, even structureel als de combinatie van de ramadan en gehorige woningen. Kijkt de politiek weg? Dan geeft ze burgers het gevoel dat die niet serieus worden genomen. Het gevolg is, dat die op hun beurt de politiek niet meer serieus nemen. Ze gaan hun eigen oplossingen bedenken of lopen achter een populist aan die met het scanderen van ´minder, minder´, als het om Marokkanen gaat, gevaarlijk dicht in de buurt van racisme komt.
De problematiek van samenleven tijdens de ramadan lijkt me een goede casus om te testen of politieke partijen hier hun verantwoordelijkheid nemen en niet volstaan met vergoelijkende woorden. De oplossing is helemaal niet simpel. Je zou ervoor kunnen kiezen dat ofwel de nachtelijke druktemakers, of de personen die er last van hebben, in de gelegenheid worden gesteld elders te gaan wonen. Het nadeel daarvan is echter, dat je daarmee een stap op weg naar segregatie zet, gescheiden woonwijken voor moslims en andere mensen. Is dat wat we willen? De praktijk laat zien dat dat de veiligheid niet bevordert, omdat de gescheiden ontwikkeling de culturele tegenstellingen niet oplost maar juist verscherpt.
Een andere weg is, toch erop in te zetten dat bewoners op daarvoor bestemde avonden met elkaar in gesprek komen en elkaar aanspreken op dit probleem. Dat zou het onderlinge contact ook op andere momenten kunnen bevorderen, en dat is een voorwaarde voor een groeiend wederzijds begrip. Dat moet dan wel gepaard gaan met handhaving van de regels van onze Nederlandse samenleving. Als dat gebeurt, hoeft niemand zich achtergesteld te voelen, maar als er daarentegen niets van terecht komt, voelen sommige niet-moslims zich tijdens ramadan in de verdrukking komen. De vereiste duidelijkheid kan best gevoelige reacties oproepen. Maar het is zaak, dunkt me, dat de grenzen helder zijn.
Welke politieke partij is bereid op dit punt klare wijn te schenken, mild en vol karakter? Daarmee zou zij haar eigen geloofwaardigheid vergroten en de samenleving een dienst bewijzen.
Deze blog is een enigszins aangepaste versie van de column die gisteren in het ND te lezen was.