Diverse revisieverzoeken stellen dat het homobesluit van de synode van 2013 een leeruitspraak is. Zij betreuren dat de synode zo’n leeruitspraak heeft gedaan, onder meer omdat daarmee de gewetens worden gebonden en de eenheid van het kerkverband onder druk wordt gezet. Immers, als de synode zegt: zo moet je de Schrift lezen, dan is iedereen gebonden aan die uitleg van de Schrift. Wie het daarmee niet eens is, om dat hij/zij de Schrift anders uitlegt, past dan niet meer in het kerkverband. Er komt een verdeeldheid die tot een scheuring kan leiden.
Het revisierapport merkt op, dat in de revisieverzoeken slechts één keer een definitie van een leeruitspraak wordt gegeven. Die luidt zo: ‘Een leeruitspraak is een uitspraak hoe de Heilige Schrift moet worden verstaan.’ De synode is het met die definitie niet eens. Een leeruitspraak is volgens haar veel specifieker. Zij schrijft:
Dan moet toch eerder worden gedacht aan een dogma, een nadere definiëring van de waarheid, een uitbreiding van of een nadere explicatie van de belijdenis, waarmee kerk, geloof en persoonlijk heil staan of vallen. Bij het doen van een leeruitspraak heeft de kerk ook de vooropgezette bedoeling een uitspraak met een dergelijk gewicht de kerk in te dragen. In dit geval is aan de orde een kerkelijke uitspraak betreffende een casus in de kerkelijke en ambtelijke praktijk. Qua gezag en binding is er geen onderscheid met andere synodebesluiten.
Uit dit citaat zijn vijf vermeende kenmerken van een leeruitspraak te destilleren: 1. dogma, 2. nadere definiëring van de waarheid, 3. uitbreiding of nadere explicatie van de belijdenis, 4. cruciaal voor persoonlijk heil, en 5. vooropgezette bedoeling. Dit is een zwak verweer. Lopen we de vijf genoemde kenmerken langs.
Ad 1. Een leeruitspraak zou een dogma betreffen. Maar wat is een dogma anders dan een kerkelijke leeruitspraak, een spreekregel van de kerk? Iemand werpt tegen: een dogma gaat over de leer, de synode-uitspraak gaat over het leven. Maar die twee staan niet tegenover elkaar. Jezus’ leer gaat primair over het leven (Matteüs 7:28-29) en dat van zijn kerk ook (Matteüs 28:19/20). Een kerkelijke leeruitspraak is een normatieve uitspraak over wat de kerk leert, waarover dat ook maar gaat.
Ad 2. Een nadere bindende omschrijving van de waarheid geven, is dat niet wat de synode van 2013 deed? Uitgaande van de Schrift als uitdrukking van de waarheid zei de synode: zo spreekt de Schrift over homoseksualiteit en homoseksuele relaties. Conclusie: aanvaard deze uitleg van de Schrift over homoseksualiteit en homoseksuele relaties als waarheid.
Ad 3. Wat het kenmerk van uitbreiding of nadere explicatie van de belijdenis betreft: dat heeft de synode kennelijk niet beoogd, maar is wel wat zij feitelijk heeft gedaan. Zij heeft een leeruitspraak toegevoegd aan de belijdenis (die een bundel van leeruitspraken vormt waarin de kerken zichzelf en elkaar herkennen).
Ad 4. De aanvaarding van een leeruitspraak is beslissend voor het persoonlijke heil. Is dat niet juist de strekking van het synodebesluit van 2013? Homo’s die een homorelatie aangaan, leven in alle gevallen in zonde. Pastorale omgang met hen leidt bij volharding tot uitsluiting van het avondmaal en daarmee tot uitsluiting van het koninkrijk van God. Afgezien van hoe je over deze opvatting oordeelt: is dat niet beslissend voor het persoonlijke heil? Daarvoor is toch nodig dat wij de zonde als zonde leren haten en ontvluchten?
Ad 5. Bij een leeruitspraak heeft de kerk de intentie een leeruitspraak te doen, zegt de synode. Normaal gesproken is dat zo. Een leeruitspraak doen is niet zo maar wat. Dat is een zeer ingrijpend gebeuren. Maar behoort dat bij de essentie van een leeruitspraak? Een leeruitspraak is gewoon wat hij is. Dat de synode van 2013 feitelijk een leeruitspraak deed zonder een leeruitspraak te willen doen, zou voor de huidige synode aanleiding moeten zijn zich een hoedje te schrikken en zich af te vragen: wat hebben we nou overhoop gehaald?
Het revisierapport voegt er verklarend aan toe: ‘In dit geval is aan de orde een kerkelijke uitspraak betreffende een casus in de kerkelijke en ambtelijke praktijk.’ Als dat waar is, heeft de synode van 2013 per ongeluk naar een veel te groot middel voor iets relatief kleins gegrepen, iets dat bij mij onwillekeurig de associatie oproep met een kanon en een mug. Het revisierapport verdedigt het homobesluit als volgt: ‘Het gaat dus om een Bijbels onderbouwde uitspraak betreffende homoseksualiteit en homoseksuele relaties.’ Nee, er is meer gedaan. Er is niet alleen een praktische beleidsbeslissing Bijbels verantwoord. Er is niet alleen gezegd: zo verstaan wij de Schrift en daarom nemen we dat besluit. Er is gezegd: dit leert de Schrift.
Conclusie: de synode van 2013 deed een leeruitspraak, de synode van 2016/17 wil dat niet erkennen, en nu zitten we met de gebakken peren.