Scepsis over de wetenschap

In het redactionele commentaar in het ND van maandag 14 december vraagt RvdB aandacht voor de klimaatscepsis, naar aanleiding van de jammerlijke poging van wetenschappers om klimaatsceptische artikelen te weren uit wetenschappelijke tijdschriften. VdB erkent dat dit handelen de geloofwaardigheid van de wetenschap aantast. De wetenschap leeft van het vrije debat. Wanneer de resultaten van klimaatonderzoek gemanipuleerd worden in de richting van het aandeel van de mens in de klimaatveranderingen, werkt dat de klimaatscepsis alleen maar in de hand.

Hij signaleert echter een dieper probleem dat hem pas werkelijk zorgen baart. Dat is het onvermogen van moderne mensen om gezag te accepteren, en dus ook wetenschappelijk gezag. Uit gemakzucht trekken zij wetenschappelijke conclusies die hun onwelgevallig zijn, in twijfel. Dat bespaart hun de nodige hoofdbrekens en daarmee creëren ze een robuuste positie in de strijd voor hun eigen portemonnee.

Toen ik dat las dacht ik: dit is merkwaardig. De krant waarin dit geschreven staat, wordt gelezen in een religieus-cultureel segment van onze samenleving waarin de scepsis voor de wetenschap de meeste kinderen met de paplepel is ingegeven. Die scepsis spitste zich toe op de ouderdom van de aarde en op het ontstaan van de soorten, dus de geologie en de evolutiebiologie. In de ouderdomsmetingen speelt verder nog de chemie een belangrijke rol. Verder is de scepsis over de wetenschap nog steeds volop te vinden in de houding van orthodox-gereformeerde theologen tegenover de hoofdstroom van het literair-historisch onderzoek van de Bijbel.

Hoe zit het nou? Is die scepsis tegen de wetenschap nu een modern probleem, of is het een conservatief religieus probleem? Of is het wellicht een algemeen menselijk probleem om resultaten die ons niet uitkomen verdacht te maken? Ik vrees dat de analyse in het redactionele commentaar te beperkt is. Bovendien stel ik vast dat daardoor het orthodox-christelijke verzet tegen de evolutietheorie en tegen de historische kritiek behoorlijk in discrediet is gebracht, ook al zal dat niet de bedoeling zijn geweest.

Moet de redacteur in kwestie zijn analyse terugnemen? Dat zou scepsis in het kwadraat zijn: een analyse van de scepsis die tot ons onwelgevallige consequenties leidt, moet maar zo snel mogelijk in de doofpot worden gestopt. Voor mij is dat niet nodig. Dat die scepsis over wetenschap in discrediet wordt gebracht, is wat mij betreft terecht.

Natuurlijk, de pretenties van wetenschappers die vinden dat zij en alleen zij de waarheid onthullen, moeten worden doorgeprikt. Wetenschap is een voortdurend debat waarin alle conclusies ook weer hypothesen zijn die de toets van de kritiek moeten doorstaan. Laatste waarheden worden door de wetenschap niet gesproken. Dat heeft ook daarmee te maken dat wetenschap zich beperkt tot het leren kennen van slechts een deel van de werkelijkheid, namelijk dat deel dat toegankelijk is voor empirisch onderzoek. Over diepere waarden kan de seculiere wetenschap niets zeggen.

Dat betekent echter niet, dat we achter breed aanvaarde theorieën maar gemakkelijk vraagtekens kunnen zetten, ‘desnoods op basis van generlei kennis van zaken’ (citaat uit het commentaar). Wij zullen die theoriën zo serieus moeten nemen, dat we ze met inzet van alle krachten tot voorwerp van toetsing maken, of anders, dat we ze als uitgangspunt van ons onderzoek nemen.

En de Bijbel dan? Christenen zijn geroepen de moeilijkere weg te kiezen van het zoeken naar de ruimte waarin de bijbelse boodschap en de wetenschappelijke theorie in een zekere mate van vrede naast elkaar kunnen bestaan. In het belang van het klimaat van Gods schepping.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.