Stille Zaterdag 16 april
Lucas 23
50-51Er was ook een man die Josef heette en afkomstig was uit de Joodse stad Arimatea. Hij was een raadsheer, een goed en rechtvaardig mens, die de komst van het koninkrijk van God verwachtte en niet had ingestemd met het besluit en de handelwijze van de raad. 52Hij ging naar Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. 53Nadat hij het lichaam van het kruis had gehaald, wikkelde hij het in linnen doeken en legde het in een rotsgraf dat nog nooit was gebruikt. 54Het was de voor-bereidingsdag, de sabbat was bijna aangebroken. 55De vrouwen die met Jezus waren meegereisd uit Galilea, waren Josef gevolgd. Ze zagen het graf en zagen ook hoe Jezus’ lichaam er werd neergelegd. 56Daarna gingen ze naar huis, waar ze geurige olie en balsem bereidden. Op sabbat namen ze de voorgeschreven rust in acht.
LVIV
Stad in het westen, dichtbij de Poolse grens, de poort naar de EU. Nog bijna ongeschonden, vol vluchtelingen die een schuilplaats zoeken en hun wonden likken. Wat hebben ze veel meegemaakt. Alles zijn zij kwijtgeraakt.
Een vergelijkbaar gevoel hadden de volgelingen van Jezus. Hun Meester is er niet meer! Niet gevlucht, maar gedood en begraven. De strijd is gestreden. De rust is ingetreden, maar wel met een gevoel van verlies en verlorenheid.
Toch is er meer aan de orde dan verslagenheid. Er is een wachten op grote dingen die komen gaan. De dood heeft niet het laatste woord. Ze wordt overwonnen.
Zal Oekraïne herrijzen? Op Stille zaterdag moet het antwoord nog worden onthuld.
Heer, om uw vijf wonden rood,
om uw onverdiende dood,
smeken wij in onze nood,
Kyrie eleison.
Gezang 178: 10