Het bericht dat de Tweede Kamer na de val van het kabinet in meerderheid erin is geslaagd een ingrijpend bezuinigingspakket overeen te komen vervult mij met trots. Wat de coalitiepartijen in zeven weken niet is gelukt, hebben deze partijen nu in korte tijd voor elkaar gekregen. Hulde aan de ChristenUnie, D66, en vooral GroenLinks, omdat die laatste partij het grootste risico op reputatieschade liep.
Je vraagt je dan natuurlijk af, hoe deze onderling zo verschillende partijen dit staaltje daadkracht hebben kunnen tonen. Ik kan daarop maar één antwoord bedenken, dat is dat het momentum aangebroken was om deze gemeenschappelijke wilskracht op te brengen en in daden om te zetten. Momentum is een modewoord, maar het benoemt wel iets reëels: het betekent dat in die ene korte tijdsspanne alle benodigde voorwaarden aanwezig zijn voor een belangrijke gezamenlijke actie die vanwege belangentegenstellingen anders niet van de grond zou zijn gekomen. Welnu, daar was nu sprake van.
Wat waren die condities die het momentum creëerden? In de eerste plaats was er natuurlijk de politieke urgentie. Brussel houdt Nederland aan de 3% als de absolute grens van het begrotingstekort. Als we ons daaraan niet zouden houden, zou ons dat 1,2 miljard aan boete kunnen opleveren. Bovendien zouden we dan de financiële problemen voor ons uit blijven schuiven. De financiële markt zouden daarop negatief reageren met hogere rentetarieven.
Toch verklaart dit niet alles. De visies van de samenwerkende partijen lagen zo ver uiteen dat goedbedoelde pogingen in een vertoning van onmacht hadden kunnen eindigen. Er was nog een krachtige factor aanwezig. Dat is dat de samenwerkende partijen razend gemotiveerd waren te laten zien hoe onverantwoord Geert Wilders bezig is, als hij de politiek overlaadt met verwijten, maar als het erop aankomt wegloopt voor zijn verantwoordelijkheid.En daar zijn ze in geslaagd.
Daar staan de PVV en haar blonde voorman in hun hemd. De SP mag trouwens wat mij betreft in de schande delen, de sympathieke en authentieke uitstraling van haar leider met de mooie naam ten spijt. De SP gaf niet thuis. Grote woorden, kleine daden.
Over de PvdA ben ik milder gestemd. Door haar recente geschiedenis deelde deze partij niet in het momentum. De partij heeft juist averij opgelopen door de constructieve opstelling van de vorige fractieleider Job Cohen jegens het minderheidskabinet en als gevolg van de karaktermoord hem door Wilders. In een poging de rug te rechten heeft de nieuwe leider Diederik Samson gekozen voor duidelijkheid, dat wil zeggen: een linksere koers. Daar past geen overleg met de regeringspartijen VVD en CDA bij. Voor Samson is het alleen maar sneu: zijn eerste politieke wapenfeit bestaat daarin dat hij de boot heeft gemist op dit uiterst belangrijke moment.
Wat voor mij overblijft is de voldoening dat de Tweede Kamer heeft laten zien meer te zijn dan een eindeloze praatclub. Daar heb ik wel (nog) een jaar extra werken voor over.