Verandering homostandpunt

De generale synode van de CGK heeft zich op 7 juni in een speciale zitting opnieuw achter gesloten deuren gebogen over de positie van homo’s in de gemeente. En opnieuw is zij er niet uit gekomen. Het heeft ertoe geleid dat unaniem besloten is tot de instelling van een nieuw studiedeputaatschap dat over ruim twee jaar een voorstel moet doen dat wél kan rekenen op steun van een substantiële meerderheid in de synode. Deze gegevens ontleen ik aan de berichtgeving door het ND en het RD. Laten we proberen de gang van zaken en de voorlopige uitkomst kritisch te bekijken. De belangrijkste conclusie is: het standpunt van de synode over homoseksualiteit is veranderd!

Met de instelling van een nieuwe studiecommissie doet de synode alsof er niet veel meer aan de hand is dan een uitstel van drie jaar na de aanvankelijk beoogde beslisperiode in 2010. Volgens de woordvoerder ds. Quant kun je beter na een langere voorbereiding een degelijk besluit nemen dan met spoed een uitspraak doen waar je binnen de kortste keren op terug moet komen. Er is echter meer aan de hand. Het feit dat de synode geen beslissing heeft kunnen nemen heeft namelijk inhoudelijke implicaties.

In 1986 heeft de toenmalige synode een handreiking voor pastoraat aan homofielen vastgesteld en aan de kerken gepresenteerd. Kort gezegd kwam die erop neer: je mag het wel zijn, maar je mag het niet doen. In 2007 heeft de toen bijeen zijnde synode besloten dat lopende het onderzoek van de studiecommissie, en men dacht toen aan drie jaar, de handreiking in de kerken maatgevend zou zijn voor het omgaan met homofilie. Nu, in 2011, is duidelijk geworden dat voor deze handreiking onvoldoende draagvlak bestaat. Immers, de synodeleden hebben elkaar op basis van deze handreiking niet kunnen vinden. Dat betekent dat hier een verandering in het homostandpunt is opgetreden. We weten alleen niet op welk punt of welke punten precies.

Toch spreekt de synode uit dat tot 2013 de handreiking van 1986 voor bijbels gehouden moet worden. Maar waarom heeft de synode die dan niet als bijbels aanvaard? Waarom is er geen rapport gepresenteerd en aangenomen waarvan die handreiking de kern vormt? Het een staat met het ander op gespannen voet. Wat voor bijbels gehouden moet worden kan geen kwestie zijn van procedurele afspraken. Daarvoor is het primaire gezag van de Bijbel te principieel.

Voor de plaatselijke gemeenten heeft dat bedenkelijke gevolgen. Aan de ene kant is er op dit moment een landelijke richtlijn waarnaar kerkenraden moeten handelen, maar aan de andere kant heeft de synode die niet inhoudelijk omhelsd. We verkeren principieel in een vacuum maar zijn procedureel niet vrij, terwijl de praktijk er wel om vraagt dat er pastoraal gehandeld wordt. Ook de samenwerking met NGK’s vraagt om een standpunt. Hoe lang houden we dit vol?

Men kan betwijfelen of de weg die de synode is ingeslagen begaanbaar is. Wat had men dan moeten doen? Misschien had het beter geweest te erkennen dat men er niet uit kwam en het voornemen om tot een homo-uitspraak te komen te heroverwegen. Men had er goed aan gedaan nauwkeurig aan te wijzen waar de verschillen zich openbaren. Wellicht had men trajecten kunnen uitzetten voor meer openbare bezinning. Ook met verlegenheid moeten we leren omgaan. Die maakt ons klein voor God en dringt ons ertoe in deemoed en afhankelijkheid onze weg te zoeken.

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , , , . Bookmark de permalink.