Verbonden met Van Buitenen

Vanuit een gevoel van verbondenheid wil ik de gelegenheid gebruiken om met respect de bijdrage van Paul van Buitenen aan de bestrijding van de corruptie bij de Europese Commissie te memoreren.
Dat klinkt als terugzien. Daar is het moment ook voor gekomen, nu hij zelf te kennen heeft gegeven zich niet kandidaat te stellen voor een nieuwe termijn als Europees parlementariër, tenzij God hem op andere gedachten brengt. De reden daarvoor is, dat hij onvoldoende gehoor vindt voor zijn signalering van frauduleuze praktijken. Ik zag enkele weken terug een reportage over hem op de televisie en las vanmorgen een paginagroot vraaggesprek met hem in het ND.

Van Buitenen kreeg grote bekendheid als klokkenluider die kwalijke praktijken aan het licht bracht. Dit leidde ertoe dat destijds de complete Europese Commissie moest aftreden. Hij was toen Europees ambtenaar in Brussel. Het leverde hem een zo grote populariteit op in Nederland, dat hij twee zetels haalde bij de Europese verkiezingen in 2004. Maar nu heeft hij dus besloten te stoppen.

Mijn gevoel van verbondenheid heeft niet alleen te maken met de goede zaak waarvoor hij heeft gestreden, en met de belangeloosheid waarmee hij dit heeft gedaan. Het komt ook voort uit diverse punten van herkenning die zijn verhaal bij mij oproept. Ik ben dan wel nooit een klokkenluider geweest, maar ik heb wel een paar keer de kat de bel aangebonden, in zaken die mij theologisch van belang toeschenen.

Wat mij bijvoorbeeld trof is zijn uitspraak: ‘Ik heb altijd geloofd dat de kracht van de waarheid voldoende zou zijn, maar blijkbaar is er meer nodig.’ Eenzelfde naïviteit kenmerkte ook mij. Ik heb altijd geloofd in de kracht van het argument.
Wat ik eveneens herkende, was de impact die zijn omstreden positie had op zijn privéleven. Je leeft niet op jezelf, je bent verbonden met vrouw, kinderen, verdere familie en anderen. Je sleept hen erin mee. Willen zij dat wel? Dat maakt je kwetsbaar.
Verder kan ik enigszins invoelen wat intimidatie en isolering voor invloed hebben gehad op zijn functioneren. Ik heb bewondering voor het feit dat hij zich niet heeft laten intimideren en dat hij zich ook niet gek heeft laten maken. Hij ging onverstoorbaar door.
Dat heeft ongetwijfeld te maken met het volgende. Hij was en is ervan overtuigd dat hij dit móest doen. Hij stond onder een hogere macht.
Het is altijd riskant om je geroepen te weten tot een eenzame taak. Misschien is het wel een manier om te laten zien dat je jezelf uitzonderlijk belangrijk vindt. Zo’n roepingsbesef wordt getoetst door het verloop van de gebeurtenissen. Als je daardoor wordt vernederd en dan toch overtuigd blijft dat je het moet doen, kom je er gelouterd uit. Van Buitenen heeft dan ook geen spijt van wat hij heeft gedaan en teweeggebracht. Ik kan daar goed inkomen.
Tegelijk valt me op, dat hij royaal erkent heeft dat hij fouten heeft gemaakt. Hij heeft niet de hakken in het zand gezet en kijkt ook niet in rancune om. Hij is mild over mensen, ook als ze hem hard hebben aangepakt (Neelie Kroes). Wat siert hem dat. Daarin is hij mij tot voorbeeld. Het bevestigt dat zijn roeping iets anders is geweest dan persoonlijke geldingsdrang.

Het troost mij dat iemand die zo midden in de storm heeft gestaan en steeds weer bakzeil heeft moeten halen, overeind is gebleven. Zo iets is alleen mogelijk als je een inspiratiebron hebt. En dat heeft hij. Ik wens hem toe dat hij nog lange tijd van leven krijgt om instrument te zijn in Gods hand.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.