Het hoogtepunt, letterlijk en figuurlijk, van de hoog op een heuvel gelegen Franse plaats Vézelay is de romaanse basiliek Sainte-Marie-Madeleine. Op een zondagmorgen maakten we daar om 11.00 uur een viering mee. Om verschillende redenen was dat een belevenis.
Wij zaten tamelijk vooraan, om maar zo veel mogelijk van de teksten te kunnen verstaan. Maar toen we in momenten van nieuwsgierigheid ons een keer omkeerden, bemerkten we tot onze verrassing dat het immense kerkgebouw behoorlijk was gevuld. Dat was ook weer geen wonder, omdat Vézelay een reputatie heeft als toeristische trekpleister en pleisterplaats voor pelgrims onderweg naar Santiago di Compostella. Het heeft ook een roemrijk verleden. Het was daar dat Bernard van Clairvaux, de vermaarde franciscaanse theoloog, de westerse wereld opriep tot de tweede kruistocht. Een bijzondere plaats en een bijzonder gebouw die ertoe uitnodigen om daar in de vakantie ter kerke te gaan.
Wat maakte de dienst tot een onvergetelijke gebeurtenis? Allereerst raakte de liturgie ons hart door de zorgvuldige uitvoering ervan. Een voortreffelijk koor van monniken en nonnen ging de gemeente voor en ondersteunde haar in de samenzang. Verder waren het geen bekende, maar wel welluidende melodieën waarop de mis werd gezongen. Niet in de laatste plaats werden we getroffen door de intensiteit en de toewijding waarmee alle onderdelen van de dienst werden uitgevoerd. Met een persoonlijke handdruk van diverse kloosterlingen werd ons vóór de communie de vrede van Christus toegewenst. De hartelijkheid waarmee dat gebeurde was ontroerend.
Het deelnemen aan een rooms-katholieke viering heeft voor mij altijd iets smartelijks, omdat ik me altijd afvraag of ik welkom ben om deel te nemen aan de heilige communie, ofwel het heilig avondmaal. In de uitnodiging op de liturgie stond:
Vous pouvez communier si vous êtes baptisé et partagez la foi de l’Église catholique. Ofwel, in verstaanbaar Nederlands: ‘U mag ter communie gaan als u gedoopt bent en deel hebt aan het geloof van de katholieke Kerk.’ Dat laatste kon ik niet voor 100% beamen. Daarom voelde ik mij niet welkom.
Anderen zullen zeggen: het gaat toch om de maaltijd van de Heer, en niet om wat mensen en zelfs kerken daarvan hebben gemaakt. Bovendien, in jouw eigen interpretatie deel je toch het geloof van de katholieke kerk! Je stond in je geweten toch volledig vrij om aan de viering deel te nemen! Zelfs de rooms-katholieke kerk laat ruimte voor de beslissing van het eigen geweten.
Deze redenering heeft voor mij iets aansprekends, maar ook iets aanvechtbaars. Het gaat om de maaltijd van de Heer op de wijze waarop een kerkgemeenschap die in beheer heeft gekregen dan wel genomen. Daar kan ik niet zo maar omheen, zeker niet als de uitnodiging duidelijk wordt begrensd. Bovendien verhaalden goede vrienden dat hun onlangs in de Sacré Coeur in Parijs het brood was geweigerd, omdat zij aangaven dat zij protestantse christenen zijn. Dat wil je toch niet riskeren!
Doordat de dienst in alle andere opzichten zo meeslepend was, was het afzien van het meevieren van de communie des te smartelijker. ‘Meeslepend’ is niet het goede woord. Het was allemaal zo zuiver, muzikaal en geestelijk. Er was zo veel herkenning en ervaring van verbondenheid in de Heer. De smart van de kerkelijke gedeeldheid laat zich dan intens voelen.
Deze kerkelijke gedeeldheid wordt in Vézelay op een opmerkelijke manier onderstreept. Vanaf de ingang van het dorp loopt de Rue Saint-Pierre direct naar de basiliek. Aan die weg staat het geboortehuis van Théodore de Bèze, of, zoals hij onder ons beter bekend is: Theodorus Beza, de jongere medewerker en opvolger van Calvijn in Genève. Een plaquette herinnert ons eraan dat hij in 1519 het levenslicht zag. Beza was behoorlijk fel als het over de kerk van Rome ging. En we kunnen er niet onderuit dat binnen beide geloofstradities moeilijk te verzoenen verschillen bestaan. Maar dit kan niet het laatste woord hebben.
Dit kan niet het laatste woord hebben, in het licht van de gemeenschappelijke hoop die wij hebben, het verlangen dat wij meedragen en de betekenis voor ons van de levende Christus, ons aller Heer. Maar het kan ook niet het laatste woord hebben in de schaduw van de ontstellende ontwikkelingen in de wereld, sluipend en met grof geweld, waardoor de christelijke presentie in complete gebieden wordt weggevaagd. De scheiding mág niet het laatste woord hebben!