Witte rook

‘We hebben een nieuwe paus.’ Dat bericht verspreidde zich gisteravond tien minuten voor aanvang van de gezamenlijke biddagdienst van CGK en GKV in de kerkenraadskamer. We wisten alleen nog niet wie. Op gepaste wijze bad mijn collega voor de nog onbekende opvolger van Joseph Ratzinger op de bisschopsstoel van Rome. Hoe komt het toch dat we ons zo betrokken voelden bij wat zich in Rome afspeelt? Dat de gebeurtenissen daar in een soort wij-gevoel worden beleefd?

Thuis uit de dienst heb ik na de koffie een flard van Nieuwsuur opgevangen; daarna op Uitzending Gemist het achtuurjournaal bekeken. Een bijzondere sensatie maakte zich van mij meester. Eerst was ik gefascineerd door het wachten op meer informatie en op het verschijnen van de nieuwe paus. En toen hij verscheen, de mensen met eenvoudige woorden toesprak, en het commentaar van Andrea Vreede vanaf het St. Pietersplein en door Paul van Geest uit de studio in Hilversum steeds enthousiaster werd, was ik behalve gefascineerd diep ontroerd. Hoe komt dat toch?

Is het het ritueel met zijn eeuwenoude gebruiken van samenkomende kardinalen in de prachtigste kerkzaal van de wereld, de geheimhouding, de zwarte en witte rook, de bekendmaking, de presentatie? Is het de samengestroomde menigte op het St. Pieterplein die daar verwachtingsvol uitziet naar de nieuwe geestelijke leidsman? Maar dat is niet anders dan bij vorige keren. Is het de mededeling dat het iemand uit Zuid-Amerika is? Maar ook de keuze van de vorige twee pausen was wat hun afkomst betreft opmerkelijk. Is het de humane gestalte van de nieuwe herder, gepaard aan de mededeling van zijn nederigheid, zijn keuze voor de armen, en zijn kritische houding jegens het instituut? Maar het begon al vóórdat we wisten wie het was.

Een rol speelt, denk ik, dat alom het besef leefde dat er iets moest gebeuren in die grote Roomse kerk, na alle desastreuze seksuele en financiële schandalen. Er moest echt in geloof een stap worden gezet weg van berekenbare zekerheid en beheersbaarheid naar vernieuwing en inspiratie. Dat verklaart de gespannen verwachting. En als dan een persoon verschijnt die wars is van uiterlijk vertoon, gewoon gaat praten, vraagt om gebed van de mensen, het Onze Vader bidt en daarbij zijn stem laat dalen om het het gebed van allen te laten zijn, daarna vriendelijk glimlachend alles op zich laat inwerken, en dat alles gevoed bij de reputatie die deze man meebrengt, dan verklaart dat voor mij veel.

Intussen signaleer ik in mijn eigen beleving en in de reacties om mij heen een ontwikkeling naar grotere solidariteit met de Roomse kerk. Vermoedelijk heeft de enorme imagoschade die ze heeft opgelopen en het besef dat daarmee de hele christenheid getroffen is, daaraan bijgedragen. Ook de waarneming dat de kerken van de Reformatie er met elkaar ook niet zoveel moois van maken, werkt eraan mee. We zijn toch eigenlijk te veel mensgericht bezig. Het gaat ons te weinig om God en te veel om de voorganger en om onszelf. Dat wakkert het verlangen aan naar een kerk die boven zichzelf uitwijst. De Roomse kerk is volop bezig in dat leerproces.

Dit heb ik bij mijzelf ontdekt. Ik verlang naar eenwording met de Rooms-Katholieke kerk, maar de leer van de eucharistie die mij wordt voorgeschreven, en de Mariadevotie zijn voor mij een struikelblok. Laten we dat verlangen naar eenwording maar koesteren en lijden aan de verdeeldheid.

Dit bericht is geplaatst in Logboek met de tags , , . Bookmark de permalink.