Wouter Bos heeft gelijk (2)

In de vorige bijdrage is één aspect uit de procedure naar de besluitvorming over Afghanistan onbesproken gebleven. Het is een argument dat ik gisteren nog enkele keren op televisie vernam, zowel uit de mond van Jack de Vries als van André Rouvoet. Vanaf het begin van januari 2010 heeft het kabinet de toekomst van de missie in Afghanistan besproken. Daarin stonden alle opties open. Ook de PvdA-bewindslieden voegden zich in die gang van zaken. Dat ze nu bij monde van Wouter Bos publiekelijk één optie uitsloten, al dan niet onder druk van de Tweede-Kamerfractie, is niet consistent. Het schiep verwarring en irritaties bij de collega ministers.

Hoe ‘hard’ is dit verwijt? Het is maar hoe je het bekijkt. Ik kan me de volgende gang van zaken goed voorstellen. Aan het begin van het interne kabinetsberaad liggen alle opties open. De PvdA-bewindslieden gaan daarmee akkoord. Het heeft geen zin de zaak meteen op scherp te stellen. Open opties zijn iets anders dan standpunten. Als het op het innemen van standpunten aankomt, is het vroeg genoeg om terug te grijpen op het kabinetsbesluit uit 2007 en het kamerbesluit uit 2008, op een motie van Van Dam (PvdA) en Voordewind (CU).

Maar dan komt het verzoek van secretaris-generaal Rasmussen van de NAVO: om in afgeslankte vorm de missie in Uruzgan voort te zetten. Dit zet de zaak wel op scherp. Kennelijk heeft minister van buitenlandse zaken Verhagen (CDA) bij de NAVO het beeld geschapen, dat Nederland met zo’n verzoek wel akkoord zou gaan. De PvdA-ministers wisten echter nergens van. Normaal gesproken komt zo’n verzoek pas officieel, wanneer daarover intern overeenstemming is. Deze gebruikelijke werkwijze is door Verhagen doorbroken en daarmee heeft hij zijn PvdA-collega’s geschoffeerd. Logisch dat die de hakken in het zand zetten.

Hooguit kan gezegd worden dat Bos vanaf het begin niet alert genoeg is geweest. Echter, dat zijn open houding in de optiefase zo zou worden afgestraft met een machtsgreep van de minister van buitenlandse zaken, heeft hij niet voorzien. Wellicht is hij daar te fatsoenlijk voor. Zulke manoeuvres verzieken wel de sfeer en ondermijnen het onderlinge vertrouwen. En daarmee ben ik terug bij de conclusie van de vorige keer.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.