Zonde en andere stoornissen (1)

Het is een heikel onderwerp dat dr. G. van den Brink in het ND van 8 september aan de orde stelde. Het ging over allerlei ontwikkelingsstoornissen die met lelijke afkortingen worden aangeduid, zoals ASS (Autistisch Spectrum Stoornis), PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder, Not Otherwise Specified) en ADHD (Attention Deficit/ Hyperactivity Disorder), uitmondend in de stelling dat het allemaal varianten zijn van de stoornis die ZON-DE heet (Zeer Opstandige Neigingen – met de Dood als Einde), in het Engels SIN (Strong Inclination to Narcism).

Het zijn leuke vondsten en de strekking van het artikel is positief, maar er zit een adder onder het gras. Het positieve bestaat daarin dat de auteur zegt: met al die aandoeningen worden kinderen en volwassenen maar gestigmatiseerd. Er wordt een stempel op hen gedrukt. Ze zijn patiënt, niet helemaal normaal. De diagnose ‘zonde’ is veel barmhartiger, want die geldt ons allemaal. Bij sommigen komt dat op een wat geprononceerde manier naar buiten, en als daar goede behandelingen voor zijn is dat alleen maar winst, maar we moeten ons niet verbeelden dat we zonder een stoornis in het autismespectrum of zo ons positief onderscheiden. Voor God zijn we allemaal in gelijke mate zondaars.

Maar dan nu de adder onder het gras. Door ASS, PDD-NOS, ADHD en andere stoornissen als specifieke gestalten van de zonde te karakteriseren, krijgen deze aandoeningen een vervelende morele lading. De gedachte wordt gemakkelijk gewekt, tegen de bedoeling in, dat neem ik zonder meer aan, dat mensen met zo’n kwaal een beetje extra zondig zijn. Als gevolg daarvan worden misschien niet primair de lijders, maar wel de aandoeningen gestigmatiseerd, met als gevolg indirect ook de lijders. Een ingezonden reactie van een gekwetste lezer kon dan ook niet lang uitblijven. Zie het ND van 10 september.

Tussen de regels van het (eerste) artikel lees ik een soort ongenoegen. De auteur spreekt het niet expliciet uit, daarom blijft het een beetje voorzichtig tasten. Uit de manier waarop hij psychologische afkortingen uitbreidt naar stoornissen als ODD (Oppositioneel Opstandige Gedragsstoornis) en CD (Conduct Disorder), maak ik op dat hij moeite heeft met de manier waarop alles in vakjes wordt ondergebracht zonder dat de zonde in rekening wordt gebracht. Ik denk dat hij hier voor christenen een punt heeft om over na te denken.

Laat ik proberen het dilemma met mijn eigen woorden te omschrijven. Als alle vormen van onaangepast en schadelijk gedrag psychologisch worden verklaard, waar blijft dan de eigen verantwoordelijkheid van de mens? Een crimineel blijkt dan te lijden aan een gedragsstoornis en/ of een persoonlijkheidsstoornis. En dat is meer dan eens inderdaad het geval. We kunnen het probleem gemakkelijk uitbreiden. Iemand met borderline kan heel onrechtvaardig uit de hoek komen en blijkt nogal eens moeilijk trouw te kunnen blijven. Iemand met een depressie heeft zo’n kleine wereld dat de medemens voor hem of haar geen enkele waarde heeft. Iemand met een gegeneraliseerde angststoornis heeft er grote moeite mee om in vertrouwen te leven. Zijn zij verantwoordelijk te stellen voor hun tekorten, of worden zij verontschuldigd door hun kwaal?

Misschien kunnen we een weg vinden door onderscheid te maken tussen de zonde als schuld en zonde als macht. Ziekten en stoornissen die de mens daadwerkelijk belemmeren om God en de naaste lief te hebben zijn verweven met de zonde als macht. Daarin hebben ze een vergelijkbare status als verleidingen die van buitenaf een aanslag op ons leven als christen plegen. Iedere mens heeft met de zonde als macht te maken, en ieder weer op zijn of haar eigen manier. Die macht hebben wij met elkaar zelf aan de zonde gegeven. Daar zijn wij samen verantwoordelijk voor.

Wat betekent dit voor iemand wiens gedrag gestoord is door een aandoening? We onderkennen dat het ongewenste gedrag primair uiting is van de zondemacht, zonder daaraan een zwaar label van zonde als persoonlijke schuld te hangen. Tegelijk houden we elkaar er verantwoordelijk voor, dat ieder naar zijn of haar vermogen met Gods hulp die macht van de zonde bestrijdt. Wie dáárin laks is, kan dat zich als persoonlijke schuld aanrekenen. Is dit niet te streng? Mijns inziens niet. Als wij mensen te gemakkelijk verontschuldigen vanwege hun kwaal, doen wij afbreuk aan hun menselijke waardigheid. Die waardigheid is immers gegeven met onze positie als verantwoordelijke schepselen.

Terzijde: deze benadering heeft een welkom neveneffect. We worden daardoor behoed voor een moralistische opvatting van zonde; zonde dus als de constatering van ‘òhò, dat mag niet’. Zonde als schuld is meer een kwestie van: geven wij uit eigen beweging ruimte aan de zonde als macht?
Wellicht wijzen deze overwegingen een begaanbare weg in het moeilijke gebied van de zonde en allerlei psychiatrische stoornissen.

Dit bericht is geplaatst in Logboek. Bookmark de permalink.