Staat in de NGK het gezag van de Schrift op de helling? Prof. Henk van den Belt beweert het, ds. Paul Voorberg bestrijdt het, en ds. Dick Westerkamp neemt het voor Van den Belt op. Dit alles in het ND met de laatste aflevering op 7 juni 2024. Wie heeft gelijk?
Van den Belt doet zijn uitlating met verwijzing naar besluitvorming over vrouw en ambt en over homoseksuele relaties. Voorberg benadrukt dat ten aanzien van vrouw en ambt de besluitvorming het gezag van de Bijbel vooropstelt. Westerkamp vindt dat ook: op grond van Bijbelse exegese is de vrouw in een ambt goed te verdedigen. Maar ten aanzien van homoseksualiteit ligt dat volgens hem anders. Alle bijbelteksten wijzen gelijkgeslachtelijke seksuele relaties af. Daar is iedereen het over eens. Hoe kun je dan homorelaties in liefde en trouw aanvaarden, als je je aan de Schrift wilt onderwerpen? Dan moet je wel hermeneutische (uitlegkundige) kunstgrepen gaan toepassen. Aldus Westerkamp.
Helaas is dit de zoveelste keer dat de trouw aan de Schrift versimpeld wordt tot volgen wat er letterlijk staat. Er gaat echt van alles mis wanneer we cultureel bepaalde uitgangspunten die de context vormen niet meewegen. Zoals dit uitgangspunt: homoseksualiteit als persoonlijkheidsprobleem was onbekend. Het verschijnsel stond in de Bijbel altijd in de context van heidendom en goddeloosheid, dus van het niet erkennen van God de Schepper. Als je dit niet verdisconteert, ga je isgelijktekens zetten tussen toen en nu waar ze niet terecht zijn.
Bovendien houd je die isgelijktekens niet vol. Volgt iemand die homorelaties onder alle omstandigheden afwijst de evidente uitspraken van de Bijbel op? Nee. Een voorbeeld is de liefdevolle, geduldige en empathische wijze waarop het synoderapport van de CGK uit 2013, dat homorelaties afwijst, met homo’s in hun moeizame strijd om wil gaan, ook als die aan zijn of haar neigingen heeft toegegeven. Die manier kom je in de Bijbel niet tegen. Overal waar de Bijbel homoseksualiteit afwijst doet hij dat met weerzin en toorn, zonder pardon, en zeker niet met begrip of geduld.
Maar het is toch bijbels dat we vergevingsgezind met de boetvaardige zondaar omgaan? Ja, maar hier ligt juist mijn punt. Homoseksualiteit bestaat in de Bijbel niet als strijd van een individu met zijn of haar geaardheid, maar alleen als moedwillige ongehoorzaamheid tegen God. Ook dat kan niemand ontkennen. Als we dan toch over homoseksualiteit in onze context spreken, hebben we het over iets anders dan wat in de Bijbel staat.
Moet je een hermeneutische kunstgreep uithalen om dan uit te komen bij het toestaan van duurzame homoseksuele relaties? We hebben al vastgesteld dat het over iets anders gaat dan wat de Bijbel op het oog heeft. Verder lezen we een overvloed aan nieuwtestamentische teksten waarin de ware bedoeling en vervulling van de wet in de gevende liefde wordt gelokaliseerd die het welzijn van de ander zoekt. Allemaal resultaten van eerlijke exegese, geen kunstgrepen.
Kijk uit voor de versimpeling tot ‘gewoon uitleggen wat er staat’. Deze versimpeling moet naar mijn inzicht tot afwijzing van de vrouw in het ambt leiden. Zij mag immers geen gezag hebben over de (haar) man en hem niet onderwijzen? Dat staat met zo veel woorden in 1 Timoteüs 2.
Een ander voorbeeld: Jezus zegt: ‘verzamel voor jezelf geen schatten op aarde’ (Matteüs 6). Maar dit is wel de grondgedachte onder ons pensioenstelsel. Laten we eerst maar eens schurende teksten verklaren en toepassen die onszelf aangaan, voordat wij dat doen met teksten waarmee anderen zich in het nauw gebracht voelen.
Een kortere versie van deze blog is op 11 juni 2024 als ingezonden artikel geplaatst in het ND.