In De Wekker van 22 januari 2021 bespreekt collega Hein Korving mijn boek Eén kerk. Weg uit de verdeeldheid. Hij vindt dat ik te weinig voor anker ga bij de gereformeerde belijdenisgeschriften en dat het boek een hoog idealistisch gehalte heeft. Hij maakt nog meer opmerkingen waar wel wat tegen in te brengen is, maar ik wil niet op alle slakken zout leggen.
Het verbaast mij dat in zijn bespreking niets van de onbestaanbaarheid van de kerkelijke verdeeldheid doorklinkt, van de verslagenheid dat we daarmee Christus beledigen en zijn getuigenis in de wereld verduisteren. De verdeeldheid is zo evident in strijd met het doel van Christus werk, dat het alleen maar te interpreteren is als ongehoorzaamheid. Pas als die nood je op het hart gebonden wordt, kun je in staat zijn aan mijn pleidooi recht te doen, dunkt me. Dat laat onverlet dat je het er oneens mee kunt zijn, of kunt vinden dat de accenten anders gezet hadden moeten worden.
Als je op zoek bent naar de eenheid van de wereldkerk, heb je de volgende keuze. Je kunt een aantal kerken selecteren en van mening zijn dat die in aanmerking komen voor meer toenadering en een ontwikkeling naar eenheid. Alle andere kerken wijs je dan af als valse kerk. Óf je zoekt de eenheid van álle kerken en groepen die het evangelie van Jezus Christus willen aanvaarden als bron van het nieuwe leven.
Een derde weg is er niet. Het is in strijd met Christus’ bedoeling om kerken buiten het eenwordingsstreven te houden om een andere reden dat dat zij ontrouw zijn aan het evangelie en zich niet willen onderwerpen aan het gezag van Christus. Anders gezegd: de enige geldige reden om níet inniger contact met kerken te zoeken, is de conclusie dat zij alleen in schijn Christus erkennen als Heer. In feite beoordeel je ze dan als nep.
In de praktijk blijkt dat wij dit oordeel over anderen niet durven uit te spreken. Er mankeert zo veel aan onszelf. En alle kerken hebben sterke en zwakke punten. Maar als we tot die afwijzende conclusie niet kunnen komen, zullen we elkaar moeten zoeken, zonder onderscheid of voorbehoud.
Dan is het logisch dat je een iets grotere afstand probeert te nemen tot je eigen geloofstraditie – zonder die te verloochenen -, en je te oriënteren op de oude belijdenissen die breed werden en worden gedragen. Dat is de zoektocht die ik heb ondernomen.
Door de onderlinge verdeeldheid niet als iets onverdraaglijks op te vatten, legt Korving zich daar feitelijk bij neer. Dat begrijp ik niet, want die houding is zo evident onbijbels. Als ik dat dan vergelijk met andere thema’s die in de kerk spelen: homoseksualiteit en de plaats van de vrouw, dan zie ik dat er met twee maten wordt gemeten. Ik ga daar nader op in en daarmee trek ik de zaak breder dan wat de boekbespreking aan de orde stelt.
De genoemde thema’s zijn aan de orde op de synode van de CGK, en ze worden als zo klemmend ervaren, dat de eenheid als kerkverband onder grote druk staat. De denkwijze van veel afgevaardigden is: homoseksuele relaties mogen niet omdat de Bijbel dat leert. De vrouw als ambtsdrager mag niet omdat de Bijbel dat leert. We mogen ook niet toestaan dat anderen die daar een andere mening over hebben, daarnaar ook handelen. Want dan komen we in strijd met de Bijbel. Gemeenten die daar anders over denken en anders in handelen moeten we dan maar als vreemden beschouwen die niet bij ons horen.
Zo wordt kerkscheuring in de hand gewerkt, terwijl de verdeeldheid in de volle breedte van het christendom al zo groot is. Toch is de Bijbel overduidelijk dat die niet kan en niet mag, en is die de zoveelste klap in het gezicht van Jezus, Hoofd en Heer van zijn kerk.
Mijn commentaar: nee tegen homoseksualiteit en vrouw in ambt, en ja tegen de daaruit volgende scheuring: dat is meten met twee maten.
Maak ik me niet aan dezelfde fout schuldig? Ik verafschuw de kerkelijke gescheidenheid en wil eruit weg komen, maar ik aanvaard ruimte voor homoseksuele relaties in liefde en trouw en voor de vrouw als ambtsdrager. Nee dat is niet meten met twee maten. Want meerdere malen heb ik verantwoord dat de Bijbel zelf om een interpretatie vraagt die tot deze ruimte leidt. Maar de verdeeldheid binnen de kerk van Christus – niet de diversiteit maar de gescheidenheid -, die is op geen enkele manier Bijbels te rechtvaardigen.
Ik ga nog een stap verder. Juist in het belang van de eenheid van de kerk is het ons geboden verschil van inzicht te verdragen in wat de Bijbel aan ruimte biedt op allerlei terrein, zoals voor homoseksuelen en vrouwelijke ambtsdragers.