Machtspolitiek

Synodale brieven
Het synodebestuur van de CGK heeft twee brieven naar de kerkenraden gestuurd om de situatie van ons kerkverband uit te leggen, een om voor te lezen aan de gemeente en een met een nadere toelichting. Het komt erop neer dat het kerkverband onhoudbaar is geworden. Het bestuur spreekt van verdriet en verslagenheid, van lege, schuldige handen, en roept op tot verootmoediging. De synode gaat in juni 2025 alleen nog inhoudelijk vergadering als aan één van twee voorwaarden is voldaan: er komen zaken naar voren die per se behandeling vereisen, en/of de kerken die vrouwelijke ambtsdragers hebben benoemd keren op hun schreden terug.

Gemengde gevoelens
De gang van zaken en de gebruikte woorden roepen bij mij gemengde gevoelens op. Wat is de schuld die we samen moeten belijden? Dat we er met elkaar niet uitkomen en het ons niet lukt de kerk bij elkaar en bij Christus te houden? Dan gaat het om schuldige onmacht. Maar onmacht kan alleen schuldige onmacht zijn als er ook iets is van schuldige onwil. Waarom wordt die onwil niet benoemd? Schuldbelijdenis vraagt om volstrekte eerlijkheid  en transparantie. Die worden hier niet geboden.

Voorstelling van zaken
Het bestuur stelt het zo voor dat de voorstellen erop gericht waren in mindere of meerdere mate afstand te creëren en tegelijk elkaar in essentie vast te houden. Het suggereert dat hiertegen zijn betekent dat je de eenheid van de kerken frustreert. Het probleem van het laatste voorstel is echter, dat die essentie wel heel mager geworden is, zo mager dat je niet meer kunt spreken van ‘elkaar in essentie vasthouden’. Het bestuur geeft een misleidende voorstelling van zaken.

Tachtig procent
Ik kom nog even terug op de kiesdrempel van 80%, waaraan ik mijn vorige blog heb gewijd. Het synodebestuur verdedigt de keuze voor het minimum van 80% steun voor het laatste voorstel met het argument dat er voldoende draagvlak moet zijn voor zo’n ingrijpende maatregel (twee afdelingen in de kerk die voor het grootste deel los van elkaar georganiseerd zijn en die gezamenlijke projecten samen in stand houden). Maar waarom zo’n groot draagvlak? Waarom is 51, 60 of 70% niet goed genoeg? Een grote minderheid kan weinig beginnen. Het enige wat die kan doen is onder protest meewerken en er het beste van maken. Ik hoor een vervelend stemmetje in mij dat ik niet tot zwijgen kan brengen: is die 80%-regeling wel zo oprecht? Waren er krachten die deze ‘oplossing’ onder geen beding wilden aanvaarden en die toen die 80% hebben bedacht en onder het mom van voldoende draagvlak hebben verdedigd?

Vooringenomen
Kerken die vrouwelijke ambtsdragers hebben benoemd en bevestigd krijgen de zwarte piet. Het synodebestuur wil alleen verder als zij hun beleid terugdraaien. Als zij dat niet doen, ligt het dus aan hen dat de boel klapt. Zij krijgen de zwarte piet. Dat is ronduit vooringenomen. Er liggen revisieverzoeken niet alleen tegen de vrouw in het ambt, maar bijvoorbeeld ook tegen de uitspraak van de vorige synode dat dit een kerkscheidend thema is. Die revisieverzoeken zijn nog helemaal niet behandeld! Daarmee is een deel van de kerken monddood gemaakt. Wat erger is: bijbelse, confessionele en kerkordelijke argumenten zijn monddood gemaakt.

Kerkorde
Er is nog iets. Kerkenraden die vrouwelijke ambtsdragers  accepteren krijgen als verwijt dat zij kerkelijke besluiten en dus de kerkorde niet respecteren. Hoe kan een synodebestuur dat verwijt maken als het zelf met het voorstel de kerken te splitsen en met de tachtigprocentsregel de kerkorde met voeten treedt? Ja, maar dat is uit overmacht, zal de tegenreactie luiden. Als je dat vindt, realiseer je dan dat dat voor de kerkenraden die vrouwelijke ambtsdragers aanstellen ook een rol speelt. En zij hebben nog goede bijbelse argumenten. Die ontbreken in het ordebeleid van de synode.

Conclusie
Ik kan niet om de conclusie heen dat het synodebestuur onder aanroeping van de naam des Heren machtspolitiek heeft gesteund. Dat is pas echt iets om schuld over te belijden.