In deze blog neem ik een voorschot op het Kamerdebat dat vermoedelijk vandaag (donderdag 1 april 2021) gehouden wordt over de uitgelekte aantekeningen van verkenner Ollongren met centraal daarin de meest gevoelige opmerking: ‘Positie Omtzigt – functie elders.’
Velen in de Tweede Kamer willen dat de onderste steen boven komt. Dat lijkt me niet nodig en ook niet wenselijk. Om met dat laatste te beginnen: verkennende gesprekken hebben iets vertrouwelijks en dat moet zo blijven. Anders kun je niet onderhandelen.
Maar het is ook niet nodig. Waar die gewraakte opmerking ook vandaan komt, de verkenners Ollongren en Jorritsma zijn er 100% verantwoordelijk voor en ze hebben die verantwoordelijkheid ook volmondig erkend. De vraag of ze daarmee anderen uit de wind willen houden, is wel bijzonder interessant, maar niet zo relevant. Ze leidt de aandacht af van waar het eigenlijk om gaat. Ter zake is wat zíj gedaan hebben.
Wat hebben zij gedaan? Zij deden de suggestie om een wettig verkozen lid van de Tweede Kamer, dat met bijna 350.000 voorkeurstemmen gekozen is, op een zijspoor te zetten; een kamerlid bovendien dat grote verdiensten heeft getoond door op bekwame wijze strijd te voeren tegen bestuurlijke onduidelijkheid en misleiding die er stelselmatig op gericht zijn de controlerende functie van de volksvertegenwoordiging te ondermijnen. Hij kwam en komt daarmee als geen ander op voor het democratische gehalte van onze staatsinrichting.
Uitgerekend voor dit royaal verkozen verdienstelijke kamerlid wordt met behulp van de door hem bekritiseerde ondoorzichtige bestuurscultuur een plannetje uitgebroed om hem onschadelijk te maken. Deze twee verkenners zijn op heterdaad betrapt op antidemocratisch gedrag, juist op een scharnierpunt van ons landsbestuur. Dat moet gevolgen hebben.
Als ik woordvoerder van de ChristenUnie of het CDA was, zou ik benadrukken dat mensen die zulk antidemocratisch gedrag vertonen het recht verspelen om een staatsambt te bekleden. Het zou na een onbevredigend wederhoor moeten leiden tot het onmiddellijke aftreden van minister Ollongren. Kamerlid blijft ze, want daartoe is ze democratisch verkozen.
Maar hiermee ben ik nog niet klaar. Ik zou aan Rutte en Kaag vragen of zij als fungerende fractievoorzitters van hun partij zulke antidemocratisch opererende partijleden in bescherming nemen. VVD en D’66 dragen allebei ‘democratie’ of ‘democraten’ in hun naam. Rutte en Kaag kunnen zich niet verschuilen achter de schuldbekentenis van de twee ex-verkenners, want zonder heterdaadje waren die gewoon op hun eigen spoor verder gegaan. Als Rutte en Kaag dan beschermend om hun ex-verkenners heen gaan staan, maken ze zich medeplichtig aan hun antidemocratische gedrag.
Voor ‘mijn’ partij zou dat reden zijn om in dat geval het vertrouwen in hen als ministers op te zeggen. Het heeft niet zoveel zin om Rutte op staande voet weg te sturen, omdat dan het landsbestuur uit elkaar valt. Maar voor deelname aan een nieuwe regering zou ik als voorwaarde stellen dat niet alleen Ollongren of eventueel Jorritsma, maar ook Rutte en Kaag buiten die regering blijven. Hun functie is elders. Niet buiten de politiek maar in de Kamer. Want daartoe zijn zij democratisch gekozen.
We weten inmiddels dat het anders is gegaan. Alle aandacht ging uit naar Rutte, omdat hij het over Omtzigt had gehad. Ollongren is verder buiten schot gebleven, ondanks haar eerdere verklaring dat zij volledig verantwoordelijk was en dat dit niet had mogen gebeuren. Niet Omtzigt was het onderwerp van gesprek geweest, maar de mogelijke instabiliteit van het CDA, omdat Omtzigt zoveel voorkeurstemmen had gehad. Dus toch Omtzigt. Zij is niet afgerekend om de verantwoordelijkheid die zij heeft genomen.
Is de argwaan jegens het zich niet herinneren door Rutte terecht? Ja. Er zijn twee vormen van vergeten. Er is volledige amnesie, een gat in je geheugen, dat van iets je helemaal niets bijstaat, en er is ‘o ja-vergeetachtigheid’: je was het even vergeten, maar een ander herinnert je eraan. Die laatste vorm kan de beste overkomen, de eerste is ongeloofwaardig.