Homoseksualiteit en het gezag van de Bijbel – vijf opties (7)

De scheppingsorde

De sleutel
De vorige keer zagen we hoe de liefde die God geeft, werkt en vraagt de sleutel is om de betekenis van zijn wet te openen. Dat heeft gevolgen voor de beoordeling van homorelaties die mensen met een homoseksuele aanleg naar analogie van het heterohuwelijk met elkaar aangaan. De conclusie was dat zulke relaties acceptabel zijn, ook als een duurzame homorelatie daarmee niet gelijkwaardig wordt aan een huwelijk, het blijft een noodverband (optie 4, zie aflevering 4). Maar was deze conclusie niet voorbarig? Hoe zit het met de scheppingsorde? Volstaat de sleutel van de liefde wel?

Gods schepping
Twee bijbelgedeelten vragen onze aandacht: Genesis 1 en 2 en Romeinen 1. In het begin van de Bijbel lezen we dat God de mensen maakte als man en vrouw, dat Hij hun de opdracht gaf vruchtbaar te zijn en talrijk te worden, en dat Hij de huwelijksgemeenschap tussen man en vrouw als lichamelijke eenheid kwalificeert die onverbreekbaar is. Van andere geslachtelijke relaties wordt niet gesproken. In Romeinen 1 spreekt Paulus erover dat vrouwen en mannen de natuurlijke omgang hebben opgegeven. Vrouwen hebben die vervangen door de tegennatuurlijke, en mannen hebben de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven en zijn in wellust voor elkaar ontbrand, wat heeft geleid tot ontucht met elkaar. Het lijkt erop dat hier de weg van een homorelatie in liefde en trouw wordt afgesneden.

Niet in orde
Toch is het de vraag of we deze kant op moeten. Wat Genesis 1 en 2 betreft: inderdaad, die hoofdstukken wijzen niet in de richting van gelijkgeslachtelijke omgang. Maar ze gaan er ook aan voorbij dat mensen die andere gerichtheid kunnen hebben. Dat zou kunnen zijn omdat dit niet bij de schepping hoort zoals God die bedoelt, dat het om een scheefgroei gaat als gevolg van de zondeval van de mensheid. Wat betekent dit zodra wij daar wel mee te maken krijgen? Dan zouden we kunnen concluderen dat die gerichtheid niet bij de goede schepping hoort. Tegelijk moeten we erkennen dat dan mensen voor wie het beste niet is weggelegd, een heterohuwelijk met het vooruitzicht op eigen kinderen, ook een weg door het leven moeten zoeken. Wat is erop tegen om hun de op een na beste optie te gunnen, die van een relatie met een gelijkgeslachtelijke levenspartner analoog aan het huwelijk?
Wat brengt ons ertoe mensen een scheppingsorde op te leggen die niet bij hen past omdat zij zelf niet in die orde passen? Waarbij het overigens de vraag is of levenslang alleen blijven wél in overeenstemming met Genesis 1 en 2 is.

God is heilig, niet de scheppingsorde
Wat Romeinen 1 betreft: ‘de natuurlijke omgang opgeven’ en die vervangen door de ‘tegennatuurlijke’ heeft met veel meer te maken dan met de scheppingsorde op zich. In dat gedeelte geeft Paulus een tekening van het heidendom dat God uit zijn werken kan kennen, maar Hem niet de eer geeft die Hem toekomt. Ze zijn geschapen dingen als goden gaan vereren. Daarom heeft God hen overgegeven aan beschamende lusten. Niet alleen vervangen zij de Schepper door het schepsel (een afgod), ook verwisselen zij het andere geslacht voor hetzelfde geslacht. De ontwrichting in de afgodendienst zet zich voort in de seksuele ontwrichting van de geschapen orde. De uitspraken over afgoderij en die schandelijke lusten wisselen elkaar in Romeinen 1  voortdurend af. Het tegennatuurlijke karakter van wat Paulus beschrijft is niet specifiek dat het tegen de geschapen natuur ingaat, maar dat het zich tegen de Schepper verzet. Hier wordt een houding beschreven van mensen die de realiteit en de majesteit van de ene God miskennen en zich tegen Hem en zijn orde verzetten. ‘Tegennatuurlijk’ is de houding die zich tegen de Schepper richt, en dáárom tegen zijn schepping.
Niet de scheppingsorde is heilig, God is heilig. Gelovige, homoseksueel gerichte mensen zijn er niet op uit om tegen de Schepper in opstand te komen. Zij aanvaarden zijn glorie en gezag. Alleen staat hun constitutie in seksueel opzicht haaks op de door God bedoelde orde. Omdat niet de scheppingsorde maar de Schepper heilig is, belet de scheppingsorde hen niet bij voorbaat om in een aangepaste samenlevingsvorm gewetensvol hun weg te zoeken met God.

Waarom geen aanvaarding van optie 5?
Als de scheppingsorde een samenlevingsvorm naar analogie van het huwelijk voor homo’s niet in de weg staat, waarom valt de keuze dan niet op optie 5? Die is ruimer dan die van optie 4. In optie 4 is een homorelatie nog een noodverband, niet gelijkwaardig aan een heterohuwelijk, in optie vijf zijn ze gelijkwaardig. Ik deins ervoor terug optie 5 te aanvaarden. De reden is dat de eerste twee hoofdstukken van de Bijbel ons het goede begin tonen. Dat heeft wel iets normatiefs. Jezus grijpt erop terug als Hij de permissie om te scheiden onder kritiek stelt: ‘dat is niet vanaf het begin zo geweest’ (Matteüs 19:8). Jezus ziet in het begin van de geschiedenis, in Gods instelling van het huwelijk, iets normatiefs dat in de kracht van de liefde realiteit kan zijn. Tegelijk: hoezeer God bij de schepping het heterohuwelijk voor ogen heeft gehad, de normativiteit van een levenslang heterohuwelijk-in-liefde is op mensen met een homoseksuele constitutie niet toepasbaar. Wel blijven zij gebonden aan de normativiteit van de liefde.