Het gebed, beter als werkwoord: bidden, is de ademhaling voor de gelovige ziel, is wel gezegd. Daarmee wil gezegd zijn: zonder gebed is er geen geestelijk leven. Bidden is curiaal voor de omgang van de gelovige met God. Dat alleen al is een reden om het te hebben over het gebed. Maar er is een reden te meer; dat is een prangende vraag die telkens weer opkomt over de functie van het gebed.
De Amerikaanse links-evangelische theoloog Brian McLaren is in Nederland omdat hij zal spreken op het Graceland Festival. Het ND van 10 augustus 2024 had een gesprek met hem, waarin hij onder meer een uitspraak deed over het gebed. Daarvan geef ik het volgende citaat:
Bidden is sowieso meer voor onszelf dan voor God. Jezus zei: God weet al wat wij nodig hebben voor we het Hem vragen. Als we zijn woorden serieus nemen, weten we dat God liefde is en ons liefheeft; Hij wacht niet tot wij Hem overhalen om ons lief te hebben. Bidden is dat wij ons openstellen voor Gods aanwezigheid en zijn liefde, wijsheid en kracht. Bidden is ontvankelijk zijn…
Hoe vooruitstrevend en vernieuwend McLaren in veel opzichten ook is, in de aanhaling verwoordt hij een visie op het gebed die traditioneel is. Die visie houdt eraan vast dat het gebed tot God niets in God verandert, maar alleen in degene die bidt. Het gebed is een oefening in overgave, in vertrouwen en geeft de bidder ten gevolge daarvan rust.
Doet ons aanhoudende bidden dan niets met God? Als we vanuit een noodsituatie een beroep op Hem doen, laat Hem dat dan onbewogen? Of kan dat voor Hem aanleiding zijn om in te grijpen? Jakobus schrijft dat het gebed van een rechtvaardige veel kracht heeft en zijn uitwerking niet mist (Jakobus 5:16-18). Laat God zich verbidden of is Hij onverbiddelijk?
Als we denken dat dat zo is, hoeven we dat niet te verbinden met de waarde van het gebed als zodanig. Niet het gebed op zichzelf verdient het te worden verhoord, want als bidders schieten wij steeds weer tekort. Maar het gebed als appel op Gods barmhartigheid doet een beroep op wie God is. God kan daar niet tegenin gaan, want Hij is trouw aan zichzelf.
De vraag die we hier onder ogen zien is ingewikkelder dan op het eerste gezicht lijkt. Want uit de Bijbel kennen we God als Degene die het verleden, het heden en de toekomst overziet en alles invoegt in zijn plan. Als dat zo is, kan er dan wel sprake zijn van een verandering in Gods houding door het gebed? Of moeten we dan toch maar zeggen dat bidden meer voor onszelf is dan voor God?
Diep denkende theologen hebben Gods betrokkenheid bij het gebed vaak als volgt verantwoord. God weet alles van te voren, ook de manier waarop zijn kinderen tot Hem zullen bidden. Die gebeden en de verhoring daarvan heeft Hij al ingebouwd in zij vooropgezette plan, op een manier die ons verstand te boven gaat. Dus nee: ons gebed verandert niets in God, en tegelijk ja: God luistert naar ons gebed en doet er wat mee.
Hoe diepzinnig en respectabel ook, op deze manier gebeurt er niet echt iets tussen God en de mens. Alles ligt al vast in Gods voorwetenschap en zijn heilsplan. De interactieve levendigheid in de relatie tussen God en mens heeft dan geen voedingsbodem. Het houdt iets onbevredigends.
Wil je meer van mij lezen over de betekenis van het gebed? Klik dan hier (5100 woorden). Daar ga ik op deze kwestie dieper in.