Gods spontane reacties en zijn alwetendheid
Actie en reactie
Het beeld van de verzoeningsgeschiedenis dat mij voor ogen staat combineert twee dingen. Het is erop gericht echt geschiedenis te zijn: een dynamisch proces van actie en reactie tussen God en de mensen. Dat betekent dat de kruisiging niet Gods primaire doel was met de menswording van zijn Zoon, het was primair consequentie en eerst in afgeleide zin doel. Christus’ sterven was de consequentie van de weerstand van mensen tegen de genadige toenadering en handreiking van zijn Vader. Die toenadering en handreiking bestond uit de komst en het optreden van Jezus. Zijn kruisiging maakte hieraan geen einde. Die werd door God opgenomen in zijn grote doel om de mensen opnieuw met zich te verbinden en zijn heilzame macht over hen te laten gelden. Dit hoofddoel bracht Hem ertoe de marteldood van zijn Zoon op te vatten en te aanvaarden als het volmaakte offer voor ons wangedrag dat in de verwerping van de Zoon haar wreedste en meest schokkende gezicht liet zien.
Goud houdt het overzicht
Dat is het eerste. Het tweede dat mij voor ogen staat, is dat God wél van meet af aan de kruisiging van zijn Zoon als mens op aarde heeft voorzien. God wist dat het zo zou gaan, niet omdat Hij het initiatief had genomen tot deze afloop, niet dat Hij die vooraf had gepland, maar omdat Hij in zijn alwetendheid alle dingen overziet in verleden, heden en toekomst. Dit overzien van alle dingen verklaart dat God het lijden en sterven van Christus op voorhand heeft opgenomen in zijn plan. Zie de vorige aflevering over het geheimenis.
Gods spontaniteit
Maar hier ontstaat een probleem, als wij ons een voorstelling proberen te maken van de combinatie van én hartstochtelijk reageren op de veelal negatieve keuzes van de mensen én vooraf alles al overzien. Als Hij van te voren al weet hoe ze handelen, welke ruimte is er dan nog voor spontane reacties van zijn kant?
Het verhaal dat zichzelf vertelt
Ik probeer de verbinding te verduidelijken met behulp van de metafoor van het verhaal dat zichzelf vertelt. Het uitgangspunt daarvan is, dat God de Schepper is van hemel en aarde, en dat Hij ook de tijd geschapen heeft. Dat betekent dat Hij zelf boven de tijd verheven is. Wij kunnen ons daar maar een zeer gebrekkige voorstelling van maken, bijvoorbeeld door het te vergelijken met iemand op de top van een berg die het hele veld aan de voet van de berg aan alle kanten overziet. Zo overziet God vanuit zijn eeuwigheidsmoment de hele geschiedenis. Ook dat is een metafoor, maar niet de metafoor die ik bedoel.
God als auteur
Waar het mij om gaat is dat ik deze God vergelijk met een auteur die een roman schrijft. Als auteur maakt hij geen deel uit van de vertelde tijd, en toch op een andere manier ook weer wel, wanneer hij zichzelf als handelende persoon in het verhaal een rol geeft. Zo is God boven de tijd verheven terwijl Hij tevens in de geschiedenis handelt. Auteurs verklaren nog wel eens dat zij weliswaar de schepper zijn van hun roman, maar dat zij dikwijls het gevoel hebben dat het verhaal zichzelf vertelt. Zij worden in het verhaal getrokken. Zij overzien het geheel en tegelijk worden zij in het verhaal meegenomen.
Boven de tijd en in de tijd
Zou dat met God niet ook zo kunnen zijn? Aan de ene kant heeft Hij alles in de hand, maar aan de andere kant wordt Hij meegezogen in de geschiedenis zoals die verloopt in de reacties van mensen op Hem en op elkaar. Zo is de alwetende God die boven de tijd staat ook de God die relaties aangaat, in dialoog treedt en zich laat raken door wat er om Hem heen gebeurt.
Zo is God ver boven ons verheven komt Hij tegelijkertijd reddend dichtbij.