Absolute veroordeling
Als ik probeer de discussies over homoseksualiteit in het licht van de Bijbel te overzien, kom ik tot vijf visies die zich alle min of meer op de Bijbel beroepen. Wat deze visies verenigt is de erkenning van het gezag van de Bijbel bij allen die ze aanhangen. Toch weten ze elkaar niet met bijbelse argumenten te overtuigen. Dat heeft daarmee te maken dat geen een van die visies naadloos bij het getuigenis van de Schrift aansluit. Op alle is vanuit de Bijbel wel iets aan te merken. Hoe komt het dat er niet een zesde visie bestaat die wél aan alle bijbelse gegevens recht doet? En wat betekent het manco van elk van de vijf bestaande visies voor de weg die de kerken moeten gaan? In een reeks van blogs wil ik de vijf visies en hun bijbelse tekorten beschrijven, waarna ik op de gestelde vragen wil ingaan. Ik beschrijf de verschillende benaderingen in een toenemende mate van acceptatie van homoseksualiteit.
De eerste benadering
De eerste variant was gemeengoed tot halverwege de twintigste eeuw, zowel binnen als buiten de kerk. Die luidt: homoseksualiteit is in alle uitingsvormen te allen tijde verwerpelijk. Christenen konden zich op de beruchte homoteksten in de Bijbel beroepen: dat gelijkgeslachtelijke gemeenschap voor God een gruwel is en de bedrijvers zonder pardon moesten worden gedood (Leviticus 18 en 20), en dat wanneer mannen in hartstocht ontbranden voor mannen en vrouwen voor vrouwen, dit een tegennatuurlijke daad is die indruist tegen Gods bedoeling (Romeinen 1). Op homoseksualiteit rustte een taboe.
Geen leven
In die omstandigheid kon je als persoon met seksuele verlangens naar iemand van hetzelfde geslacht je ware aard maar beter grondig verbergen. Want als je daarover praatte of op een andere manier werd ontmaskerd, moest je het ontgelden. Je werd beschouwd als weerzinwekkende viezerik en kreeg te maken met justitie en psychiatrie. Het leidde ertoe dat mensen van dien aard een onbegrepen en eenzaam bestaan leidden. In de loop van de geschiedenis is er zo uit naam van Gods heiligheid onnoemelijk veel leed veroorzaakt. Zulke toestanden doen zich nog steeds voor in christelijk Afrika en onder de islam.
Bijbelse basis
Bijbels gesproken is er best iets voor deze houding te zeggen. Want overal waar de Bijbel over homoseksualiteit spreekt, doet hij dat in sterk veroordelende zin. En als de seksuele gerichtheid zich beperkt tot verlangens en zich niet uit in daden? Dan zou het antwoord moeten zijn: wie is in staat om zijn levenshouding en gedrag geheel vrij van seksuele zonden te houden, wanneer verlangens zich laten gelden? ‘Wie van u zonder zonde is, werpe als eerste een steen’, zegt Jezus. Alle aanklagers dropen af. Ook zonder fysieke gemeenschap is er al zo veel obsessieve fantasie, die zich op de beste momenten laat verdringen, maar op veel meer momenten de vrije loop neemt, dat niemand met een ontwaakte seksuele gerichtheid, hetzij hetero hetzij homo, deze volledig kan beteugelen. En zeg nou zelf: als de daad verachtelijk is, is de begeerte daarnaar het ook.
Tegenargument
Maar als God de persoon met homoseksuele obsessies verafschuwt, dan moet die persoon zichzelf ook verafschuwen. Dat is psychologisch funest en bijbels onhoudbaar. Een van de centrale geboden luidt: heb je naaste lief als jezelf. Dat veronderstelt dat je jezelf aanvaardt in wie je bent, dat je een bepaalde vorm van zelfliefde hebt. Dat verdraagt zich niet met de zelfhaat die ‘jezelf verafschuwen’ met zich meebrengt.
Conclusie
Er is wel best iets voor die absolute afwijzing te zeggen, maar ook ertegen. Immers, het evangelie is vol van liefde voor de naaste, zorg voor het zwakke, hulp voor de naaste in nood. Hoe is die houding te rijmen met een categorische afkeer en absolute veroordeling van mensen met een homoseksuele gerichtheid?