In Amerika leven veel evangelicale christenen die weliswaar niet deelgenomen hebben aan de bestorming van het Capitool in Washington DC, en er ook niet over zouden peizen om eraan mee te doen, maar die er wel begrip voor kunnen opbrengen, want er is naar hun overtuiging verkiezingsfraude gepleegd en nu moet het eindelijk eens uit zijn met de manier waarop vertegenwoordigers van de politieke en de juridische elite elkaar de handen boven het hoofd houden in de volksvertegenwoordiging en de rechtbanken.
Dat ze zich laten gek maken door een gestoorde president, die het zich eenvoudig niet kan voorstellen dat hij verloren heeft, is hun aan te rekenen. Ook zij laten zich drijven op een sentiment dat uit Bijbels oogpunt niet anders dan als een vleselijk denken kan worden getypeerd. Zij brengen het niet op om hun onwelgevallig nieuws onder ogen te zien. Oefening in nederigheid is hun kennelijk vreemd. De leugenachtige berichten op sociale en (ultra)rechtse media worden maar al te graag gretig geloofd. En geradicaliseerde voorgangers gooien olie op het vuur.
In het verleden heb ik via mijn blogs indringende vragen gesteld aan moslimgelovigen. Ik heb de vraag gesteld: hoe verhouden jullie je tot terroristen die zich op de Koran beroepen voor hun gewelddadig optreden? Binnen de islam geldt de oemmah, de wereldwijde moslimgemeenschap, als een kring van loyaliteit en solidariteit waarin alle moslims bescherming kunnen vinden tegenover niet-moslims. Behoren deze moslimterroristen nog tot de oemmah, of worden ze geëxcommuniceerd?
Hier is de vertrouwenskwestie in het geding. Want als mijn buurman een terrorist in bescherming neemt, dan vertrouw ik hem niet meer. Hoe stellen de moskeebesturen in Gouda zich op tegenover Syriëgangers? Ik begrijp de dramatiek en de tragiek. Het zal je zoon of dochter maar zijn. Toch ligt het principieel zo wel. De houding tegenover extremisten is medebepalend voor het krediet dat de islam in de samenleving verdient.
Maar als ik het zo scherp speel tegenover moslims, moet ik dat ook doen tegenover christenen. Christenen die extremistisch geweld goedpraten omdat ze er begrip voor hebben, nemen er onvoldoende afstand van. En het werkt al precies zo als bij moslimextremisten. Ieder koestert zijn eigen waarheid inclusief de meest bizarre complottheorieën, en is niet bereid die kritisch te bevragen. Er ontstaan vijandsbeelden die de meest radicale acties rechtvaardigen. En ook wanneer je er zelf niet aan meedoet, maar er wel begrip voor toont, ben je medeplichtig. Want je houdt het daarmee in stand.
Als ik zo streng ben tegenover mijn moslimnaasten, moet ik het ook zijn tegenover de evangelicale christenen in Amerika die sympathie tonen voor de gewelddadige opstand tegen het hart van de Amerikaanse democratie. Beschouwen jullie de daders die bij jullie in de kerk ingeschreven staan nog steeds als gerespecteerde broeders en zusters, of sluit je hen na vergeefs vermaan en oproep tot inkeer buiten?
Als dat laatste niet gebeurt, moet ik helaas zeggen: dan kan ik je niet meer als mijn broeder of zuster in het geloof zien. Dit is een vertrouwenskwestie. Jullie corrumperen de kerk van Christus en het geloof in Hem. Hier kan ik alleen maar een diepe afkeer van hebben. Als je bij mij om de hoek zou wonen, zou ik je aanwezigheid ervaren als een potentiële bedreiging van de rechtsorde en van mijn veiligheid.
We moeten niet met twee maten meten. Geloof, van welke soort dan ook, mag zich niet verbinden met eigenmachtig geweld, zelfs niet in de sfeer van sympathie of begrip. Waar dat toch gebeurt, scheiden onze wegen.