Revisieverzoek over het besluit van de CGK-synode rond vrouw en ambt

Een maand geleden, op 20 april 2024, is er een convent geweest waarin afgevaardigden van alle CG Kerken hun mening konden geven over hoe met met het kerkverband verder moet. De crisis waarin we terecht zijn gekomen als gemeenschap van kerken heeft vooral te maken met verschil in opvatting en praktijk over vrouw en ambt. Een aantal gemeenten is tot het verkiezen en bevestigen van vrouwelijke ambtsdragers overgegaan terwijl diverse synodes uitdrukkelijk uitspraken dat dat niet geoorloofd is. De laatste synode heeft zelfs geoordeeld dat het een daad van liefdeloosheid jegens de andere kerken is als een kerkenraad hier een eigen afwijkende koers gaat varen.

De kerkenraad van Gouda heeft vóór de laatste synode die in 2022 is afgesloten revisie aangevraagd van een eerder besluit, uit 1998, dat oordeelde dat de ambten in de kerk aan vrouwen niet toekwamen. De synode heeft dit revisieverzoek afgewezen en breed verantwoord waarom zij van mening was dat het besluit van 1998 van kracht dient te blijven.

De nieuwe synode, die over een maand geopend zal worden, zal zich over diverse zaken moeten buigen: niet alleen over het gevoelen dat op het convent tot uitdrukking kwam, maar ook over meerdere revisieverzoeken, waarvan het mijne er één is.
Ik geef een indruk van de manier waarop ik tegen de besluitvorming bezwaar maak en om herziening vraag.

Mijn bezwaar spitst zich toe op drie punten. Het eerste punt is de volgende uitspraak van de synode: als een synode met een beroep op de Bijbel en de belijdenis een besluit heeft genomen, verdraagt afwijking door een plaatselijke gemeente van dit besluit zich niet met de eenheid van de kerk. Maar ligt daar de grondslag van de eenheid van de kerk: of iedere gemeente zich aan alle besluiten houdt die met een beroep op de Bijbel en de belijdenis zijn gemotiveerd? Een kerk kan toch andere inzichten hebben over wat de Schrift en de belijdenis zeggen en bedoelen? Ik laat zien dat deze synodale uitspraak in strijd is met de Bijbel, de belijdenis en de kerkorde.

Het tweede punt is het oordeel dat wat de instructie van Gouda naar voren wordt gebracht over ‘letter en Geest’ in deze vorm niet valide is. Dit is een mening zonder weerlegging van onze Bijbelse argumenten. Dat ga ik niet tot in de puntjes uitwerken, dat heb ik in mijn brochure Hoe komt de kerk uit de crisis? gedaan. Deze brochure is nog steeds voor € 6,95 in de boekhandel te bestellen. Wel voer ik een lange reeks teksten aan die in de richting van onze uitleg wijzen, namelijk dat niet de letter van de wet voor ons maatgevend is, maar de geestelijke bedoeling ervan.

Het derde punt is dat kerkenraden geen beroep kunnen doen op een standpunt dat door de synode niet is overgenomen. Volgens de kerkorde kan dat wel, namelijk in dat geval dat de betreffende kerkenraden laten zien dat de Bijbel (of de belijdenis dan wel de kerkorde) een andere weg wijst.

In bijlage heb ik mijn revisieverzoek opgeslagen. Wil je dat lezen? Klik dan hier. Deze weergaven van het revisieverzoek blijft beperkt tot het inhoudelijke gedeelte en is enigszins geredigeerd.